Proloog Het was de papa zijn beurt om een reisbestemming te kiezen, en Argentinië stond al jaren bovenaan zijn lijstje.  Het was september vorig jaar toen hij suggereerde dat ik een cursus Spaans zou volgen, omdat dat wel van pas zou komen op de reis.  Ik had toch niets beters te doen dus ik schreef mij in voor Spaans 1.  Onze dochter heeft graag actieve reizen, met paardrijden, fietsen en zwemmen.  En als er toch iets moet bezichtigd worden, dan liefst diertjes en geen musea.   In mei had de papa een reis uitgezocht : het was een groepsreis die weliswaar begon in Argentinië maar al na vier dagen de grens overstak naar Brazilië waar zoals algemeen bekend de mensen een redelijke hekel hebben als je hen in het Spaans aanspreekt.  De groep bestond uit 7 gezinnen met 1 of 2 kinderen tussen 7 en 15 jaar, en een reisbegeleidster, Saskia, die al 27 jaar ervaring had, en dat zou blijken. 

Enkele zaken die we zoals gewoonlijk meehadden : een laptop waarop we alle afleveringen van Professor T. kunnen bekijken, een verslag schrijven en dagelijks alle foto’s op kopiëren.  En een fototoestel om bovengenoemde foto’s te kunnen maken.  Omdat ons vorig toestel in een regenbui verdronken is hebben we enkele weken op voorhand een nieuw exemplaar gekocht, dat we op reis grondig gaan kunnen uitproberen. 

 

Zaterdag 8 juli.  We hebben met Pieter, onze chauffeur van dienst, om 12 uur afgesproken in Bergen op Zoom.  Netjes op tijd, om 10 voor 12, komt hij aangereden en we zijn klaar voor de aangename rit naar Schiphol airport.  Veel te vroeg voor onze vlucht van 1800 uur komen we nog voor 1500 uur aan op de luchthaven.  We smullen voor een laatste keer van de lekkere Nederlandse keuken in een Burger King.  Iets voor 18u komt het nieuws dat onze vlucht wat later zal vertrekken.  Nog erger: het vliegtuig is zelfs nog niet vertrokken vanop zijn vorige bestemming.  Zou de zomerstorm van de avond ervoor er iets mee te maken hebben?  Bij de gate vergelijken we de foto’s van de whatsapp groep die onze reisbegeleidster Saskia al heeft aangemaakt met de gezichten van de mensen rondom ons en lokaliseren al snel enkele reisgenoten.  Saskia heeft het wat moeilijker en stuurt een noodoproep in de groep: “Ik sta aan de gate met blauwe rugzak.  Waar zijn jullie?”.  Een voor een maken we ons bekend – daar gaat onze anonimiteit!

We horen allerlei onheilsverhalen van mensen die deze vlucht naar Frankfurt gisteren hadden moeten nemen maar die werd toen geannuleerd.  Blijkbaar is er in Frankfurt een chronisch personeelstekort.  Gelukkig wordt vandaag niet onze vlucht geannuleerd, maar een andere.  Onze vlucht is wel vertraagd en daardoor hebben we minder tijd om over te stappen in Frankfurt maar uiteindelijk blijkt dat nog meer dan lang genoeg te zijn. 

 

Zondag 9 juli: De connecting vlucht landt om 6:25 in Buenos Aires.  Een bus brengt ons naar het Ker Hotel in San Telmo.  Marcela zal vandaag onze lokale gids zijn en begint haar uitleg al op de bus.  Ze maant de chauffeur aan om trager te rijden zodat iedereen een foto kan nemen van de belangrijkste mural van Argentinië, namelijk een vijftig meter hoog muurschildering van Maradona.  Het zal een rode draad worden doorheen ons verblijf in Argentinië: voetbal is hier HET belangrijkste item, daarna komt een hele tijd niets, en dan komt je familie en God.  Evita is voor sommige armere mensen nog steeds een godin.  Zij wordt ook afgebeeld op grote murals, alhoewel nooit op zo’n grote schaal als Maradona of Messi. 

Het hotel is ongezellig strikt wit/zwart ingericht met glazen lusters.  Het doet een beetje midden-oosters aan.  We kunnen meteen ontbijten in wat overkomt als een… voetbalkantine.   Aan het plafond hangen grote witte doeken (om te voorkomen dat vallend puin op de ontbijtende gasten valt?).   Aan weerszijden hangt een heel groot TV-scherm waarop achtereenvolgens de spannendste stukken van de wedstrijden van vorige avond te zien zijn, daarna de reddende goals van het afgelopen WK in Qatar en daarna de te verwachten wedstrijden van de dag zelf en de prognose van het klassement van de nationale wedstrijden.  Het eten is matig ok. 

Door de lange nachtvlucht en 5 uren tijdverschil is iedereen redelijk uitgeslapen en Marcela vliegt er meteen in.  We maken een wandeling naar het Plazo de Mayo, het plein waar het Casa Rosada staat, de werkplek van de Argentijnse president, van waar Evita haar beroemde toespraken hield.  Op hetzelfde plein is ook een monument voor de “dwaze moeders” die hier in stilte kwamen betogen tegen de verdwijningen van hun zonen eind jaren 70.  Ze bonden de luiers van hun kinderen als een hoofddoek om hun hoofd en liepen rondjes rond het plein.  Want samenscholingen van meer dan drie mensen en blijven stilstaan was verboden, dus ze deden niets verkeerd.  De moeders zijn nu hoogbejaard maar komen nog steeds elke donderdag betogen op het plein.  Het weer was zwaar bewolkt en ongeveer 14 graden.  Ik was blij met mijn wollen trui en regenjas aan. 

Het was 9 juli dus we moesten wel de Avenida 9 de Julio gaan bezoeken!  Het is sinds 1936 de breedste straat ter wereld : de stoepen liggen bijna 140 meter uit elkaar. Talloze oude gebouwen zijn in de jaren 30 afgebroken om deze avenida aan te leggen — behalve de statige Franse ambassade die op de hoek van de 9 de Julio en Alvearstraat overgebleven is.  De straat heeft in elke richting 7 rijbanen met parallel eraan nog 2 rijbanen.

We nemen bus 64 die ons meeneemt naar La Boca, de mond, of in dit geval de riviermonding waar een natuurlijke haven is.  De bus op zich is een heel avontuur want het moment dat je opgestapt bent moet je je vastgrijpen aan alles wat los en vast zit.  De rijstijl van de chauffeurs is zo legendarisch dat ook onze mini-reisgids ervoor waarschuwt.  In La Boca kwamen de boten uit Europa aan.  België (en ook Denemarken) heeft bijgedragen aan de opbouw van Buenos Aires door kasseien te sturen.  De echte reden was natuurlijk dat de schepen die goederen (bodemschatten) kwamen ophalen in Argentinië niet leeg de oceaan konden oversteken : de schepen zouden niet stabiel geweest zijn.  Dus werd de laadruimte van de schepen gevuld met kasseistenen.

Toen een pas opgerichte lokale voetbalclub op zoek moest naar clubkleuren en men niet wilde discussiëren of stemmen over de clubkleuren, besliste men te wachten op het eerstvolgende schip dat zou aanleggen in de haven, en gewoon de kleuren van de vlag van dat schip te gebruiken als clubkleuren.  Daarom ziet het stadium van La Boca er nu uit als een IKEA. 

De hele wijk komt over als een voor toeristen opgezet dorpje.  Alle huisjes hebben felle kleuren, volgens Marcela kwam dit omdat de bewoners om verf gingen bedelen om hun metalen huisjes te kunnen schilderen (en behoeden voor roest).  Zelfs al zijn de huisjes nu niet meer van ijzer, ze worden nog steeds kleurrijk geschilderd.  Op de balkons staan grote papier-maché-beelden van voetballers, van Evita en andere politici en ook van de paus want daar zijn ze ook heel trots op.  Het is populair om je daarbij te laten fotograferen.  We drinken een super lekkere koffie met dulce de leche en vragen ons af wat dat wel mag zijn.  Het blijkt een soort gekarameliseerde suiker in melk te zijn, ginder nog populairder dan nutella.  We lopen een stukje terug en Marcela toont ons de belangrijkste muurschilderingen: Messi met de WK-beker, Maradona als tiener, Maradona als succesvolle jonge voetballer, Maradonna als zwaarlijvige drankverslaafde, …    

We nemen bus 64 terug naar San Telmo.  Op zondag is er in de wijk waar ons hotel een feria, eigenlijk een rommelmarkt.  Vooral lokale kunstenaars proberen hun zaken aan de man of vrouw te brengen.  Het is er superdruk want vandaag is het ook een feestdag: 9 juli is namelijk de dag dat Argentinië onafhankelijk werd van Spanje in 1816.  Saskia heeft voor die avond gereserveerd in een gekend restaurantje waar we kunnen proeven van de beroemde Argentijnse steaks.  Er is iets dat je moet weten als je rund gaat proeven in Argentinië.  Een steak wordt hier standaard “bien cuit” gebakken, alleen noemen ze het “medium”.  Als je wil dat je steak nog een beetje rood is vanbinnen, vraag je best “saignant” of als ze dat niet begrijpen : “vuelve-vuelve”, gewoon eens omdraaien in de pan.  De ober schudt dan het hoofd voor zoveel culinair onopgevoede toeristen maar hij schrijft de aanwijzing wel netjes op.

 

Maandag 10 juli: De dag begint met een ontnuchtering.  We hadden inmiddels wel door dat ons hotel niet het meest hygiënische van het land was.  Naast de WC stond een poef met wit langharig bont bekleed.  Ongeveer in het midden bovenaan was een gele vlek die iemand er op een halfslachtige manier had proberen uit te wassen maar die dat duidelijk na 3 seconden had opgegeven.  De WC- rollen werden door de kamermeisjes strategisch boven op deze gele vlek gelegd, waarschijnlijk in de hoop dat de toeristen die niet zouden opmerken.  Naast de WC-rollen lagen ook enkele badhanddoeken in een rolletje gewrongen op die poef.  Na een heerlijke douche rolden we de handdoeken open om te zien dat…   ook de handdoeken bruine en gele vlekken hadden, en dat die zelfs nog klammig waren (van de vorige gasten?) en sterk naar schimmel geurden.   Voor ons nooit meer een KER hotel!!

Vandaag belooft het een zonnige dag te worden, gelukkig maar want er staat een fietstocht op het programma.  Alleen een Nederlandse reisorganisatie komt op het idee om te fietsen in een miljoenenstad als Buenos Aires en alleen Nederlanders komen op het idee om een reisorganisatie op te richten die fietstochten organiseert in Buenos Aires.  Maar eerst moeten we nog ontbijten.  De kleffe eitjes doorstaan en de doelpunten van de afgelopen avond, de penalty’s en de doelpunten van het WK. 

We verzamelen op Plaza San Martin.  In het midden van het plein staat een gigantisch standbeeld van generaal de San Martin met uitgestoken vinger.  Op de vinger zit een valkje.  Een echt valkje!!  De fietsgids heet Job en hij is in zijn nopjes als hij hoort dat er Belgen in zijn groep zaten.  Hij leidt ons via een redelijk politiek betoog aan het monument voor de slachtoffers van de Falklandoorlog, een metalen reuzetulp die kapot is en de wijk waar Maxima opgroeide naar Plaza Belgica waar een standbeeldje staat van Rik Wouters – Nederlanders kunnen alleen maar dromen van een Plaza Hollanda in Buenos Aires!   We komen langs de Belgische ambassade, een prachtig gebouw dat redelijk centraal gelegen is en dat architecturaal heel interessant is omdat het niet symmetrisch is.  We komen ook langs het huis van Maradona dat gelegen is in een upper-class-wijk en waar hij gevraagd werd te verhuizen omdat zijn levensstijl niet overeenkomt met het imago van zijn buurt. 

Job heeft geregeld dat we kunnen lunchen nabij de Jardim Japones, alleen is die Japanse tuin gesloten op maandag.  Het restaurant is gelukkig wel open.  Er ontspint zich een lange discussie met de manager van het restaurant.  Zijn Nederlanders niet welkom??    Plots vertrekt er een hele horde fietsers van het restaurant : Nederlanders.   Wat hebben die mispeuterd?  Na heel wat heen en weer geloop mogen we toch binnen, alleen moeten we op het terras blijven zitten.   We krijgen een koffie of een thee en 1 muffin.  Om te delen met heel de tafel. 

We ronden af bij Recoleta waar Evita een reuzegroot standbeeld heeft.  De gids houdt alweer een redelijk politiek getint betoog en daarna rijden we langs het beroemde kerkhof La Recoleta.

Het is een zonnige dag maar ik ben nog steeds blij met mijn warme wollen trui!  Na de fietstocht is de rest van de dag vrij.  Wij keren langs de winkelstraten terug naar het hotel.  De winkelstraten zien er op het eerst zicht uit als de Nieuwstraat tot je beter kijkt en je merkt dat de winkelketens bijna allemaal van ons onbekende merken zijn.  Met uitzondering van de Zara en de MacDonalds is alles totaal onbekend.  Om de 15 meter is er een souvenirshop van de keten “I love gifts” en om de 5 meter staat er iemand te schreeuwen “cambio!  dolares!  euro’s!”.  Mensen zijn wanhopig op zoek naar harde valuta want de inflatie is hier extreem hoog.  Sedert januari is die al 120 procent en men verwacht dat die nog zal stijgen naar 150 procent.  Dus de peso’s die de mensen vandaag verdienen zijn morgen alweer een pak minder waard.  Daarom ook wordt aangeraden om op de zwarte (hier noemen ze het blauwe) markt te wisselen i.p.v. je bankkaart of je creditcard te gebruiken.  Saskia raadde ons ook aan om gouden juwelen uit te doen want overvallen om goud te bemachtigen zijn hier niet ongewoon.

Op een maandagavond eten vinden rond ons hotel is ook niet zo simpel.  Met de bovenstaande waarschuwing in ons achterhoofd durfden we ons op ons eentje niet al te ver alleen van ons hotel begeven.  Ben had een restaurant gevonden op maar drie straten wandelen dus we togen op pad met stevige pas.  In de hoofdstraat waar ons hotel gelegen was, konden we lopen onder gaanderijen maar toen moesten we een straat inslaan en vanaf toen liepen we in het donker en in de regen.  Snel de volgende straat links afgeslagen om te zien dat...   ons restaurant gesloten was.  En zo te zien niet meteen weer open ging gaan!    

In de vorige zijstraat hadden we in de verte wat ramen gezien waar nog licht brandde en we besloten terug te keren en daar onze kans te wagen.  We kozen een restaurant waar nog mensen aanwezig zijn waren want dat is altijd een goed teken. 

Na het eten gaan we nog naar de supermarkt om een lunch voor morgenmiddag te kopen.

 

Dinsdag 11 juli :  Vandaag hebben we een binnenlandse vlucht naar Puerto de Iguazu.  Marcela komt voor de laatste keer mee en we kunnen nog altijd pesos kopen bij haar, wat niemand nodig acht.  Onderweg komen we langs de Rio de la Plata rivier.  Aan de overkant van de rivier ligt Uruguay.  De breedte van de rivier is 50 km maar aan de monding is hij 220 km breed!   Dit is water dat komt van de Iguazu-watervallen die we deze namiddag gaan bezoeken.  Het water is rood/bruinachtig omdat de grond in de buurt van Iguazu veel ijzer bevat.

De vlucht zou normaal gezien om 12u zijn maar u raadt het al : vertraging!  Afgelopen nacht is er een zware storm geweest rond Iguazu.  Het heeft de afgelopen dagen zoveel geregend dat het debiet van de rivieren daar nu 5x zo groot is als gewoonlijk.  In plaats van 2000 liter/seconde komt nu 10 000 liter/seconde voorbij en dat zorgt ervoor dat sommige stukken van de trail in het national park afgesloten zijn voor bezoekers.  De vlucht vertrekt uiteindelijk om 14:50.  Het is een bumpy ride in een smal vliegtuigje maar we landen toch heelhuids in Puerto de Iguazu.  Iguazu is een soort drielandenpunt tussen Brazilië, Argentinië en Paraguay.  We landen op de Argentijnse kant en zouden normaal gezien vandaag de Argentijnse kant van de watervallen bezoeken en morgen de Braziliaanse kant.  Maar het is al 17:30 als we eindelijk op de bus zitten en we moeten vandaag ook nog de grens over want ons hotel ligt in Brazilië dus had de gids het raadzamer geacht om het bezoek aan de Argentijnse kant door te schuiven naar morgen.  Dat betekent dat we morgen een druk programma hebben maar als we om 7u vertrekken is het wel doenbaar.   

Het is zeer druk aan de grens.  Aan de Argentijnse kant (om het land UIT te mogen dus) stapt Saskia uit de bus met onze paspoorten en blijft zeker een uur weg.  Geen mens die weet wat de mensen daar doen met onze paspoorten want we kregen niet eens een stempel!   Onze lokale gids neemt van de gelegenheid gebruik om ons uit te leggen wat we morgen gaan bezoeken : de beste atrractie van Zuid-Amerika!  Hij haalt grote posters en landkaarten boven om uit te leggen dat de Iguazu falls echt wel veel imposanter zijn dan de Victoria falls en de Niagara falls.  En de Angel falls?  Die staan zelfs enkele maanden per jaar droog!!    Het is dan ook evident dat wij hiervan ten volle gaan genieten en hoe kan dat anders dan in een bootje met een knettergekke kapitein veel te snel op de watervallen af te varen en een gigantische hoeveelheid water (5x het gewone debiet) in je nek te krijgen?  We hebben zware twijfels en we zijn niet de enigen.  Uiteindelijk zouden maar twee gezinnen toehappen en zich vrijwillig overleveren aan opgefokte bootsmannen.

En dan moeten we de brug over naar de Braziliaanse grenspost, wat gelukkig wat vlotter gaat.  Het is al bijna donker als we bij het hotel aankomen.

Saskia had een restaurant gereserveerd en had ons gewaarschuwd.  Het restaurant was typisch Braziliaans met een uitstekend groenten-, fruit- en dessertenbuffet.  Het vlees was allemaal BBQ, dus de obers kwamen een voor een langs met een “zwaard” met daarop het vlees geregen.  Eerst kwam minderwaardig vlees zoals varkensvlees, kippehartjes, kippevleugels enz.  Pas helemaal op het einde, als de arme toerist al bijna helemaal vol zit, komt het beste vlees zoals sirloin, pequena en hump steak.  Onze dochter trok zich niet veel aan van de aanwijzingen en ging drie keer naar het buffet om een vol bord spaghetti op te scheppen.

 

Woensdag 12 juli : het lukte bijna iedereen om om 7u op de bus te zitten.  Terug de grens over naar Argentinië en om 9u waren we aan de ingang van het National Park Iguazu.  Daar zagen we onze eerste toekan.  Hij zat hoog in de bomen maar zijn snavel verraadde zijn aanwezigheid.  We waren allemaal een beetje euforisch.

De indruk die we kregen van het park was : we zijn in de Efteling!!   Mooie geplaveide weggetjes, een bezoekerscentrum, souvenirwinkels,  een restaurantje, te weinig toiletten, een treintje dat de luiere bezoekers rondrijdt…   De lokale gids vertelt ons dat we altijd samen moeten blijven als groep want als we iemand zouden verliezen….    dan zou hij nooit meer teruggevonden worden!  Of toch niet binnen de twee uur!   We dachten al terug aan ons bezoek aan Pltvice enkele jaren geleden en bereidden ons voor op het ergste maar het viel wel mee.  De wandeling ging eerst bovenlangs de watervallen, en daarna onderlangs.  Het was indrukwekkend en heel mooi, omdat je constant in de natuur loopt.  Boven de watervallen vliegen enorme vogels.  Gieren?  Ara’s?  Geen idee.  Gelukkig is het zonnig vandaag want we hadden al genoeg grijze luchten gezien.  

In de namiddag gingen we nog een keer de grens over naar Brazilië (en nog steeds geen stempel van Argentinië!!) om National Park Iguaçu te zien.  Dit park is helemaal anders opgezet want hier mag onze bus gewoon rondrijden en we worden telkens gedropt aan het begin van een korte wandeling die leidt tot letterlijk bij het water.  Op die dag bleek eens te meer hoe onervaren wij waren want minstens de helft van de groep had ook al de Victoriawatervallen gezien, velen ook Niagara en een koppel was hier in Iguazu zelfs al voor de derde keer!!

Die avond regende het enorm hard.  Saskia had ons verteld waar we konden lopen om snel iets te eten maar uiteindelijk is bijna iedereen terechtgekomen in de Domino’s pizza op 100m lopen van het hotel.  De enige mankerende families waren die die mee waren met de boot.

Het was kwart voor acht en de nachtbus stond al voor het hotel te wachten en nog steeds geen spoor van de bootvluchtelingen.  We laadden onze bagage in en toen kwamen ze ineens toch opduiken, de hamburger nog in de hand.  Aan de verhalen achteraf te horen was het een wonder dat we die mensen nog teruggezien hebben want de vaarstijl van de kapiteins was absoluut onverantwoord met veel te snelle bochten en net niet omslaan.

Ik heb nog altijd nachtmerries van mijn laatste reis met de nachtbus die toen eigenlijk een gewone bus was, met airco en met ramen die open konden.  De saboteurs voor mij klapten hun stoel naar achter en zetten de ramen open zodat ik de hele nacht warme lucht in mijn gezicht geblazen kreeg en geen oog dicht deed.  Het was een complete ramp.

Deze bus had zetels die wel verder naar achter konden klappen en de airco stond gelukkig uit.  We kregen een kussentje en een dekentje en we namen een boekje erbij.  Helaas ging het licht onverbiddelijk uit om 9u en dus zat er niks anders op dan maar te proberen te slapen.  Dat is makkelijker gezegd dan gedaan want de bus bevond zich in de bebouwde kom en moest dus constant remmen, stoppen, optrekken, afdraaien.  Er waren ook snelheidsdrempels die de bus telkens met een klap lieten neerkomen en die de veren onder de stoelen in doodsangst lieten kreunen.  Het was onmogelijk een oog dicht te doen.  Nee, je kon wel een oog dicht doen maar van slapen kwam niks in huis.  Wanhopig zocht ik met mijn schaarse 4G op of er soms snelweg was naar Bonito.  Google maps toonde drie mogelijke routes en allemaal waren ze even kronkelig.  Ik berustte maar in mijn lot en zag hoe alle andere passagiers wel in slaap vielen.

 

Donderdag 13 juli : We komen ’s ochtends om 6 uur aan in Bonito.  Maar we waren naar het westen gerden, en daar was het een uur eerder, dus was het eigenlijk 5 uur.  Bonito is een soort eco-toeristisch centrum van waaruit verschillende trips geboekt konden worden.  Het ging over zaken als zwemmen in een aquarium, in een riviertje, fietsen, vogels kijken enz.  En omdat het reisbureaus zijn werden hierbij telkens niet de dichtstbijzijnde beek of vogels bezocht maar die een paar kilometer verder weg want op die manier kon ook nog busvervoer aangerekend worden. 

Maar eerst moesten we nog ontbijten.  Het was nog zeer vroeg maar we konden al bestellen.  Men bood ontbijt a la carte en dat werd vol toewijding en goede zorgen klaargemaakt door het personeel.   Er was een koffie-automaat maar die mocht niet door de toeristen bediend worden : toeristen werden aan tafel bediend door een vrolijke juffrouw die het druk had met heen en weer lopen naar de automaat met koffie, daarna met melk en suiker.  Ze was druk bezig.  Ook in de keuken was men druk bezig met alle gerechten klaar te maken, of dat veronderstellen we toch.  Het duurde zeer, zeer lang.  Toen we eindelijk ontbijt kregen stond de zon al bijna bovenaan de hemel.

Omdat we geen zin hadden in een hele dag aan het zwembad in het hotel zitten lieten we ons verleiden tot een fietstocht en een duik in een rivier.  We werden met ons drieën opgehaald aan het hotel en naar een kantoortje gebracht.  Snel na ons kwam nog een Braziliaanse familie ons vervoegen.  De Braziliaanse familie zag er niet zo sportief uit als wij en dat wil al wat zeggen!!   Onze gids zou Marcio zijn en hij nam ruim zijn tijd om de fietsbanden op te pompen, onze helmen te helpen passen en om 6 boomstekjes uit te zoeken die we later zouden planten.  Intussen wees hij ons op een toekan die bij hem in de tuin kwam ontbijten in de palmbomen. 

We vertrokken en kwamen al bijna meteen terecht op en soort provinciale baan waar het verkeer aan 60km per uur mocht langsrijden.  Marcio toonde ons waar we toekans konden vinden en andere soorten vogels.  De Braziliaanse familie raakte al meteen achterop en stopte  om de haverklap om uit te rusten.  Op een keer waren wij met moeite een helling opgefietst toen ze alweer riepen.  De gids maakte rechtsomkeer en ging kijken wat er scheelde.  Wij bleven geduldig bovenaan de berg wachten, niet van plan op deze helling twee keer te doen.  Helaas, wat bleek…?  Ze hadden een miereneter gespot!!  Wat een gemiste kans! 
Na vijf kilometer langs de provinciebaan te hebben gereden sloegen we af en reden we een weggetje in dat geplaveid was met kasseien.  De gids stopte en toonde waar er aapjes in de bomen zaten.  Hij was blij met ons enthousiasme en zag plots een reep noga in Bens rugzak.  Hij nam die eruit en zwaaide ermee naar de aapjes terwijl hij apengeluiden maakte.  De aapjes keken belangstellend toe maar kwamen niet dichterbij.  Daarna legde hij de reep op de schutting.  Op hetzelfde moment kwam een klein autootje langsrijden van de gemeente.  “Schaam je!  Je zou toch beter moeten weten!   Dat kan toch niet!”    Zo klonk de scheldpartij van de chauffeur van het autootje.  Marcio pakte de reep en stak ze weer in de rugzak.  We reden wat verder en stopten bij een bruggetje en de gids toonde ons grote vissen.   Het waren Pira…   nog iets.  Bijna alle visnamen hier beginnen met Pira want dat is het woord voor vis.  We reden verder naar de rivier door een soort camping, al was die helemaal leeg nu want het was winter en extreem koud voor Braziliaanse begrippen.  Het was ongeveer 14 graden en het kmi van Brazilië had een code rood gegeven voor dit gebied wegens de extreme kou.  De Brazilianen konden hun ogen niet geloven toen Ben zijn short en T-shirt uittrok en in zijn zwembroek in het water dook.  Onze dochter deed haar schoenen uit en doopte haar dikke teen in het water maar besloot toch deze kelk aan haar voorbij te laten gaan.   Iedereen was vol bewondering voor Ben!!

Daarna moesten we nog boompjes planten want deze trip maakte deel uit van een ecologisch project om dit gebied te herbebossen.  Zeer veel bomen hadden moeten sneuvelen voor landbouwgebied en door dit soort kleinschalige initiatieven wilde men het aantal bomen weer laten toenemen.  En Marcio vertelde vol trots dat het volgende dat zou worden aangeplant soya zou zijn. !!.  Het was al redelijk laat toen we de terugtocht weer aanvatten.  De Brazilianen raakten bijna meteen weer in de problemen.  Wij reden langzaam verder, genietend van de termietenheuvels onderweg maar na een paar km gaf de gids het op.  Hij reed met ons mee zodat we voor zonsondergang terug waren op zijn kantoortje en ging daarna de Brazilianen halen met de bus. 

’s Avonds  had Saskia voor ons gereserveerd in la casa de Joao, een begrip in Bonito!  Het was er inderdaad gezellig druk met terrasverwarmers en een driepersoons live band die maar twee liedjes kende : eentje met en eentje zonder triangel.  Het systeem dat men bedacht had om de rekening van grote groepen door de juiste mensen te laten betalen was de volgende :  Elke familie kreeg een nummertje.  Vervolgens bestelt iedereen aan de tafel met opgave van het correcte nummertje en daarna werd iedereen hopelijk bediend aan tafel met hetzelfde nummertje.  Bij vertrek passeert elke familie aan de kassa en betaalt zijn eigen rekening.  Dit was simpel en geniaal tenzij je als gezin niet samen zit, en er een groot aantal mensen of kinderen aan tafel zitten die geen noties hadden van Portugees.  Dan loopt alles in het honderd.  Maar het eten was wel lekker, het bier een beetje smakeloos. 

Die nacht hoorde ik plots muziek.  Het was rond 3u in de ochtend en ik probeerde te achterhalen waar het vandaan kwam.  Na een half uurtje luisteren en intussen helemaal wakker ben ik dan maar op onderzoek uitgegaan.  In de receptie speelde een smartphone luide muziek af.  Er liep een gedaante rond met een zwarte hoodie.  Hij zag mij niet en ging zitten in een van de zeteltjes.  Ik ging naderbij.  Hij schrok niet eens toen hij me zag.  Ik wees op het bordje dat zei : “na 22u stilte!” en hij was niet eens gegeneerd.  Hij zette wel zijn muziek wat stiller.

 

Vrijdag 14 juli : Omdat we onze ontbijtbestelling de avond ervoor hadden doorgegeven moesten we vandaag minder dan 45 minuten wachten op ons eten.  Het personeel was er trots op dat ze niet zoals andere minderwaardige hotels een ontbijtbuffet aanboden. 

Vandaag moesten we alweer op tijd vertrekken want er waren twee activiteiten voorzien.  De eerste activiteit was snorkelen in een riviertje.  De gids bij Iguazu had ons verteld dat we geluk hadden want dat het water 25 graden zou zijn (lijkt me straf, want vannacht was het hier amper 9 graden…) terwijl de excursies van concurrerende reisbureaus naar andere beken en riviertjes gingen waar het water maar 22 graden was.   Ook deze plaats was “eco-vriendelijk” en voor het snorkelen kregen we allemaal (al in wetsuit en met snorkels) een rondleiding door de boerderij en de serres.  Een van de meest frappante inheemse en milieuvriendelijke boompjes die men er kweekt zijn…   katoenbomen!  

Na het snorkelen kregen we kort de tijd voor een lunch en het aankopen van de actiefoto’s die een fotograaf onderweg had gemaakt – nu werd duidelijk wat die daar de hele tijd deed!  Daarna reden we verder naar een magische plaats!  Het was een groot zinkgat van 100m diep waarin ooit eens een anaconda en een kaaiman gevallen zijn, en die er nooit meer uitgeraakt zijn.  Maar wat het zinkgat magisch maakte waren de tientallen koppeltjes ara’s.  Het was fantastisch ze te zien overvliegen in het avondlicht.  Onze gids van dienst leek wel een wandelend vogelboek en kon niet stoppen met babbelen over alle vogels in dit zinkgat, in de Amazone en in heel Brazilië aan de oostelijke kant van het zinkgat, terwijl we popelden om vanaf de westelijke kant foto’s te gaan nemen.  Uiteindelijk namen we nog geen 400 foto’s op deze locatie.

’s Avonds waren we vrij en we gingen eten bij Marco Velho.  “een pareltje” volgens de reviews en daarbij hadden ze het duidelijk niet over de talenknobbel van de obers.  Zij toonden hun mooiste glimlach en wezen aan op de kaart : carne – peixe – vegetariano en daarmee moesten we het doen.  Maar eerlijk gezegd : het eten maakte veel goed!

 

Zaterdag 15 juli : We zijn vrij tot rond 9:40, tijd die onze dochter gebruikt om in de huisbioscoop netflix te kijken.  Ze heeft de tweede aflevering van Wednesday bijna uit als we moeten vertrekken.

We hebben een lange busrit voor de boeg met een tussenstop in Miranda.  Restaurant Zero Hora heeft het betaalsysteem dat we al eerder hebben gezien nog verfijnd.  Bij binnenkomst krijgt iedereen een token.  Als je iets koopt wordt het bedrag op de token gezet.  Wil je warm eten, dan kun je zelf je bord opscheppen en laten wegen.  Als je klaar bent ga je weer in de rij staan voor de kassa, je betaalt je rekening en om buiten te komen ga je in de rij staan voor de uitgang en steek je je token in het apparaat om het poortje open te maken.  Helaas werd de prijs alleen voor het eten gewogen (en niet erna) want onze dochter had een berg pastasalade links laten liggen wegens een muffe geur.  Na onze 25 minuten pauze reden we door naar Fazenda Santa Clara.

De fazenda is een oude boerderij bij de Boliviaanse grens die is omgebouwd om toeristen op te vangen.  Ze ligt in de Pantanal, een 150 000 vierkante kilometer groot drasland dat meerdere maanden per jaar overstroomd is.  De laatste jaren heeft het minder geregend waardoor de Pantanal bijna droog kwam te liggen maar de regen van de afgelopen dagen heeft de waterspiegel zo te zien weer op peil gebracht.

Het laatste stukje van de route gaat over de Estrada Parque, langs dewelke verschillende fazenda ‘s liggen.  De weg is onverhard en hobbelig.  Onderweg kunnen we links al kaaimannen, vogels en ander spectaculairs zien.  Helaas zit ik rechts en zie ik niks anders dan een kaaiman die de mail die opriep links van de weg te gaan liggen niet had gezien.

Bij km 22 moeten we de Estrada verlaten en slaan we linksaf de ongeveer 1km lange oprijlaan in. 

We werden begroet door gaucho’s en een tiental rode ara’s die in de ochtend ook dienst doen als wekker. 

Een nieuwigheid in onze badkamer is een elektrocutie-douche.  In de douchekop wordt het water verwarmd d.m.v. een elektrisch apparaat.  Dit werd door ons met argwaan bekeken maar we werden door de anderen gerust gesteld: jazeker, je wordt geëlektrocuteerd maar je hebt minder last als je badslippers aanhoudt onder de douche!

Een andere nieuwigheid was de WC-bril met ingebouwd luchtkussen dat zachtjes “pfff” zegt als je gaat zitten.

Na een snelle duik in het ijskoude zwembadje door de kinderen die ongewild de Deense toeristen die genoten van de rust wegjaagden, begon om 16u al de trekking bij zonsondergang. 

De groep werd in twee gesplitst en de twee groepen kregen ofwel gids Tony ofwel gids Pedro mee.  Tony leidde ons rond op de weilanden van de fazenda.  Er waren paarden, koeien en - heel spectaculair - plotseling hoorden we het geluid van een anaconda die een kikker verslindt!  Althans, dat zei Tony.   Hij had ooit gevochten met een anaconda en zijn honden zijn verslonden door jaguars, maar dat was allemaal al 50 jaar geleden, of langer!  Hij had veel straffe verhalen, de kinderen luisterden ademloos.  Hij was de zoon van een Portugees en een Indiaanse die al heel lang op de Pantantal woonde en boezemde veel ontzag in omdat hij altijd op blote voeten rondliep.

Op de terugweg toonde hij ons een koeienlijk.  Hij zei het niet met zoveel woorden maar die dode koe lag daar gewoon om gieren te lokken.  Toeristen vinden gieren altijd fantastisch!   De zonsondergang was ook spectaculair, er werden vele foto’s gemaakt.

Het avondeten op de fazenda werd pas opgediend om 19:30 en dat is een goede commerciële zet want zo rond 18u krijgen alle kinderen honger en gaan ze het winkeltje plunderen.  De ouders vervelen zich en in de wetenschap dat ze toch niet meer moeten autorijden gaan ze cocktails bestellen.  Caipirinha’s is natuurlijk iets wat je in Brazilië moet geproefd hebben en daar gaat het management van de fazenda een beetje de mist in want de avond is nog niet begonnen of de rum was al op!!   Daarom werd overgeschakeld naar caipiroshka’s, waarbij rum vervangen werd door vodka. 

Die avond ontdekten we een nieuw huisdier nl een kikkertje.  Bijna net zo effectief in verdelgen van muggen als een gekko.

 

Zondag 16 juli : De ochtendactiviteit was vandaag een boottocht die onze dochter aan zich voorbij liet gaan omdat ze liever aansloot bij een paardrijgroep waar een plaatsje was vrijgekomen. 

Het boottochtje deed heel erg denken aan Bellewaerde.   Langs weerskanten tropische bomen, geluid van ara’s en boomkalkoenen, maar vreemd genoeg geen vissen...??   Hier en daar lag een kaaiman te zonnen.  Met als pluspunt bij ons de geur van verse diesel in de ochtend : niet te versmaden!

Het begon een beetje saai te worden toen we op de terugweg plots aapjes opmerkten en...  even later zelfs een gezin met capibara’s die aan het ontbijten was in een bedje van waterhyacinthen.  Magisch!! 

De hele middag waren we vrij, wat toch wat van het goede teveel was.  De boekenlezers gingen zich nestelen in de hangmatten terwijl de meer actievelingen een duik waagden in het ijskoude zwembadje.  De kinderen hadden the time of their life met in het water springen totdat het management de pret kwam bederven : de kinderen mochten niet meer springen in het water, want de waterspiegel was intussen al zo drastisch gedaald dat ze opnieuw water gingen moeten bijvullen.   Iedereen maakte zich intussen klaar voor de avondactiviteit.  We smeerden ons in met liters DEET en trokken kleren aan met lange mouwen en broekspijpen als bescherming tegen de muggen want de avondactiviteit was een jeepsafari.  Iedereen moest plaatsnemen in de bak van een vrachtwagen en men reed de vrachtwagen via de oprijlaan naar de Estrada Parque waar links werd afgeslagen. We zagen al snel een gordeldier langs de weg en enkele neusberen in de bomen wat bij avondlicht prachtige foto’s opleverde.  We zagen watervogels, een hagedisje, een donker dier ver weg dat door de gids werd gecatalogiseerd als “een wild zwijn” en een vosachtig dier dat achter ons de weg overstak dat werd aangeduid als “de krab-etende vos.”   Nu en dan stopte de truck om ons toe te laten foto’s van roofvogels te maken.  Vooral in de nabijheid van een hoogspanningsmast leverde dat soms spannende foto’s op!   Nu en dan werden we voorbijgestoken door andere voertuigen die on in een stofwolk achterlieten.  Toen de stofwolken waren opgetrokken zagen we  enkele kaaimannen en een tapir die achter ons de weg over stak.  Toen we over een bruggetje reden zagen we iets wat bij ons de haren ten berge liet rijzen.  In het water lag een auto, helemaal onder water.  Volgens sommigen stegen er luchtbellen omhoog uit de auto en er dreef een flesje rond, iets wat hier in de Pantanal ongezien is.  Tony ging een kijkje nemen en besliste door te rijden en zijn collega’s op te roepen.

Het werd snel donker en we kwamen bij een andere fazenda waar normaal gezien een korte wandeling gemaakt zou worden.  Maar de gids vond dat niet zo’n goed idee omdat “er te veel muggen zouden zijn dit tijdstip”.  Duuh.  Hij vond het daarom beter om door te rijden in de hoop nog meer dieren te zien langs de weg.  Na twee uur rijden was de zon bijna helemaal onder en we mochten de benen strekken.  Sommige kinderen werden helemaal wild van de dieren die daar rondliepen: twee honden!   Alle waarschuwingen van huisartsen en artsen op het instituut voor tropische geneeskunde in de wind slaand, begon onze dochter die uitbundig te aaien en te knuffelen.

Vervolgens moesten we met de truck diezelfde weg nog terugkeren.  Het was inmiddels donker en vrij fris om in de laadbak van een vrachtwagen te zitten.  De kinderen bibberden van de kou, ons aller magen gromden maar Tony bleef optimistisch met zijn zaklamp zwaaien op zoek naar wildlife.  Een keer had hij geluk en vond hij een vos maar de rest van de rit bleef hij vruchteloos arme dieren wakker maken of verjagen met zijn licht.   Pas toen we bij de fazenda kwamen deed hij zijn zaklamp uit.  Iemand wees naar boven en toen pas konden we zien hoeveel sterren er te zien waren!  Magisch!

Goed nieuws want de cachaça was bijgevuld en dus konden weer caipirinha’s gedronken worden.

 

Maandag 17 juli : De dag begint met een waarschuwing van een gezin dat een schorpioen had gevonden in zijn kamer.  Het beest werd vakkundig onschadelijk gemaakt met behulp van een stevige schoen van het management. 

Vandaag bestond de ochtend activiteit uit piranha’s vissen.  We wandelden naar de plaats waar we de dag ervoor in het bootje hadden gestapt dus we vermoedden dat we weer de boot gingen nemen maar niets was minder waar.  Er werden hengels uitgedeeld, we kregen lokaas dat bestond uit de restjes vlees van de vorige dag en we konden aan de slag.  De vegetariër onder ons deed om voor de hand liggende redenen niet mee maar de bioloog was wel enthousiast.   De eerste die beet had was het jongste meisje van de groep.  Ze had een 20cm lang piranha’tje gevangen die door de gids van de lijn werd gehaald.  We konden allemaal zien hoe groot en scherp zijn tandjes waren en daarna verdween hij in de emmer met lokaas.  Om klaargemaakt te worden bij het diner vanavond.

Na een half uur hadden de meesten er wel genoeg van en gaven hun hengel door of plantten hem in het zand.  Na nog en half uur vogels spotten - voornamelijk valkjes - vielen we bijna in slaap van verveling.  De gids, die de beste plekjes kende om te vissen, haalde nog snel twee piranha’s op en we kregen groen licht om terug te keren naar de fazenda.

De namiddag werd weer in ledigheid doorgebracht.

De avondactiviteit bestond uit een wandeling per paard.  We gingen in kleine groepjes max 6 - wij waren met vijf.  Een man had het inmiddels beruchte paard Romario gekregen en dat was werkelijk met geen zweep vooruit te slaan.  Het vond overal een kans om bochten af te snijden en kwam 10 minuten na de andere paarden binnengewandeld.  De landschappen waren prachtig!  Hier en daar grote waterpartijen, palmbomen, en ipe’s, de nationale boom van Brazilië, waarvan toen de roze versie in bloei stond.  We merkten ook op dat er nu twee dode koeien in de wei lagen.  De gieren waren al in groten getale aanwezig!

Die avond werd iedereen verrast door een grotere hoeveelheid insecten die het warmere weer ook hadden opgemerkt en rond de lampen gingen zwermen.  De vleermuizen zagen hun kans en kwamen al vliegend enkele hapjes uit de lucht happen.

Wij moesten geen muggen vangen want wij hadden ons avondeten al gevangen!  Eerst werd de schaal klaargemaakte piranha’s aangeboden voor het meisje dat er eentje had gevangen en daarna aan de andere kinderen.  Onze dochter was dolblij dat vis niet zo populair is onder kinderen want zo kon ze er ook eentje oppeuzelen.

 

Dinsdag 18 juli : de ochtendactiviteit bestond uit het opstaan voor dag en dauw om een “trekking” bij zonsopgang te doen samen met Tony en Pedro.  De trekking startte om 6 uur maar toen was de zon al op aan het komen.  Onze dochter was liever blijven slapen maar koppigheid en ochtendhumeur lieten haar beslissen toch mee te gaan.  De wandeling begon en we liepen langs de oprijlaan naar de Estrada Parque terug.  Iedereen was luid aan het babbelen, dus ik borg mijn hoop om wildlife te zien maar op.  Tony wees ons op nachtbloemen, waterlelies die alleen open zijn ‘s nachts zoals die in het sprookje van koningin Fabiola.  Het hoogtepunt van de wandeling was toen een gids sporen ontwaarde in het mulle zand en verklaarde dat het een wasbeer geweest was.  Tot twee jongens bekenden dat zij de sporen met hun handen gemaakt hadden.  De gidsen waren redelijk gegeneerd.  

Na terugkeer konden we getuige zijn van het ontbijt van de ara’s in de palmbomen, een wonderlijk zicht!.  

Onze dochter was echt niet ok (toch die piranha?) en spendeerde de rest van de ochtend liggend langs het zwembad.  De lunch was zoals gewoonlijk vooral rijst, pasta en draadjesvlees.  

Na de lunch vertrokken we voor een vijf uur durende rit naar Campo Grande, alleen onderbroken door een fotostop bij zonnebadende kaaimannen en een plaspauze bij Zero Hora in Miranda.

Het hotel was een “goed” luchthavenhotel.  Het inchecken ging alleen gepaard met veel bureaucratie.  Toen het eerste gezin na tien minuten nog steeds geen sleutel had (ze moesten per persoon een lang formulier invullen met o.a. persoon te contacteren in geval van overlijden tijdens het verblijf) ging Saskia zich ermee bemoeien.  Ze sprak de receptionist streng aan in het Spaans en riep tegen een andere dat die moest meehelpen.   De receptionisten kregen een kleur en begonnen te zweten.  Ze probeerden de schuld op de computer te steken maar Saskia wilde er niks van horen.  Een gezin van 4 werd verdeeld over twee kamers op twee verschillende verdiepingen.  Tijd voor Saskia om echt kwaad te worden en de sleutels op te vragen van de vrije kamers en die zelf te verdelen volgens info op de lijsten van het hotel.  Gezinnen van 3 en 4 personen moesten helaas worden opgesplitst over twee kamers.  Een gezin ontdekte op hun kamer al iemand die tv aan het kijken was en die leek niet verbaasd iemand anders te zien binnenkomen.   Een jongen die op zijn kamer zat werd lastig gevallen door een vrouw die beweerde dat zij ook dit kamernummer had.  Wij hadden meer geluk want...   wij hadden verrassend genoeg een kamer voor 4.

Daarna moest het diner nog komen.   De jongedame die de bestelling kwam opnemen bleef altijd vrolijk en vriendelijk maar in de keuken konden ze de bestellingen niet bijhouden.   De gerechten voor dezelfde tafel werden soms met 10 minuten verschil geserveerd.  Een tafel moest twee uur wachten op hun eten.

Na het eten wilden we gaan slapen maar we werden teruggeroepen toen we het restaurant uitliepen.  Wat??  Ze hadden ons kamernummer toch?  Bleek dat we nog onze handtekening moesten plaatsen en we kregen in ruil twee documenten.   Toen we de lift naar boven wilden nemen, werden we aangesproken door een jongetje : we moesten nog betalen aan de receptie.   De receptionist las luidop voor wat we hadden gegeten.  Toen we bevestigend antwoordden,  moesten we weer iets ondertekenen en nadat we betaald hadden kregen we een factuur.  De receptionist keek heel trots dat alles zo snel afgehandeld was!

 

Woensdag 19 juli : Het ontbijt wat gelukkig een buffet zodat we op tijd konden vertrekken naar de luchthaven voor een vroege vlucht naar Sao Paolo.  Van daar was het nog 4,5u rijden langs kronkelige wegen.   Tussenstop in de fantastische food hall Graal waar we konden eten en nog plasstops in de natuur en bij een wc. 

Aankomst in de regen bij Pousada do Principe in Paraty.  We beslissen nog snel even tot in het historische centrum te wandelen alhoewel iedereen ons dat afraadt.  We merken snel waarom : de straten liggen geplaveid met enorme kasseien.  Gecombineerd met plassen en slechte zichtbaarheid (het is al donker…) leidt dit tot natte voeten, ontwrichte enkels en onhandig strompelen.  We keren terug en stappen een groot restaurant binnen dat “Sabor de Terra” heet.  Tot onze verbazing is hun specialiteit zeevruchten!  De ober neemt echt alle tijd om ons de verschillende gerechten uit te leggen – in het Braziliaans!  We snappen er niet zoveel van dus we bestellen het enige dat we wel begrepen hebben en dat we alle drie lekker vinden : Spaanse paella.

 

Donderdag 20 juli : Voor dag en dauw opgestaan, om het stadje bij daglicht te kunnen bezoeken.  Het stadje is opgenomen in de Unesco-werelderfgoedlijst dus je weet al wat dat betekent : elk huisje is omgetoverd in een winkeltje, een bar of restaurantje.

Er is een boottochtje gepland met een schoener in de baai.  Een schoener is een soort zeilboot, en we gaan varen tussen eilandjes, maar dat klinkt mooier dan het is.  In feite had de schoener geen enkel zeil meer, behalve een plastieken zeil dat horizontaal boven het dek gespannen was.  En een van de eilanden bleek…   een booreiland te zijn!  We gooien vier keer het anker uit op een plaats waar we mochten zwemmen en snorkelen.  Het personeel keek uitdrukkingloos naar die gekke toeristen – ze hebben het al lang opgegeven hen te proberen te begrijpen.  Lunch is inbegrepen en we hadden op voorhand onze voorkeur moeten doorgeven : vis, vlees of veggie.   De borden worden uitgedeeld en we komen te weten wat de veggie-optie is : twee gekookte eieren!  Nadat iedereen zijn bord leeg heeft (niet zo moeilijk, je moet eens proberen je bord te balanceren op je knieën op een dobberend zeilschip), wordt het dessert uitgedeeld.  Het is een Brigadeiro, wat in feite een bolletje nutella met chocoladehagelslag is.  Vanaf het moment dat je de Brigadeiro had aangenomen, verscheen achter de serveerster iemand die eerst onzichtbaar was maar die een lijst heeft met alle families aan boord, en die een kruisje zet achter de familie die zo naief was te denken dat het dessert was inbegrepen in de prijs (want het dessert is alleen inbegrepen indien het bestaat uit fruit).  Die Braziliaanse bureaucratie! 

De boottocht duurde zeker lang genoeg voor ons.  Zo lang dat we in feite alle functies van ons nieuwe fototoestel hebben kunnen uittesten : we hadden bijna 400 foto’s.

 

Vrijdag 21 juli : die dag was niet alleen de Belgische nationale feestdag maar ook de vijftiende verjaardag van Tijs.  De jarige werd verrast met een taart, liedjes in vier talen en een t-shirt waarop in het Braziliaans stond dat hij nooit vrienden ging maken zolang hij alleen maar melk bleef drinken. 

De bus naar de volgende bestemming vertrok pas na de middag dus we hadden nog een voormiddag te besteden in Paraty.  Het zwembadwater was te koud dus dat was geen optie.  Onze dochter wilde graag nog enkele afleveringen van Professor T. zien maar de papá dacht daar anders over : hij wilde het dorpje nog wat verder culinair verkennen.  We vonden al snel een jardim met goeie koffie, wafels en heerlijke chocolate cuente!  We dronken nog een milkshake en aten lunch bij de plaatselijke banketbakker die veel te lekkere chocoladetaart maakt.  Foei! 

De autoweg naar Argos dos Reis was lang en kronkelig want de met oerwoud bedekte bergen reiken tot aan de kust.

Vervolgens nemen we de ferry naar het Grote Eiland maar stel je daar niet te veel bij voor!  Het was een platte overdekte boot die berekend is op 66 passagiers en of die nu een koffer meehadden of niet, dat was niet interessant.  De koffers en rugzakken lagen 1.5 meter hoog opgestapeld en iedereen kon zitten dus we vertrokken.  De kinderen zaten vooraan en vonden het fantastisch dat ze bijna uit de boot waaiden en kletsnat werden.  De overzet duurde ongeveer 40 minuten.

Het eiland werd ooit bewoond door Nederlandse piraten en toen die verjaagd werden werd het door de verschillende kolonisators genegeerd zodat de natuur ongestoord zijn gang kon gaan.  Er is een tijdlang een leprakolonie geweest en gedurende enkele tientallen jaren van de twintigste eeuw was het een gevangeniseiland maar dertig jaar geleden sloot ook de gevangenis.  Nu is bijna het hele eiland nationaal park en als je geluk hebt vind je luiaards, aapjes, pinguïns,  kolibries en veel meer.

Het bootje kwam aan in Vila do Abraão, de hoofdplaats van het eiland met zo’n 3000 inwoners.  Saskia had ons verteld dat onze pousada een beetje afgelegen lag, weg van alle drukte.  Maar toen we er aankwamen zagen we dat het ingeklemd lag tussen het winkelgebied en het uitgaanscentrum.  Ze verdedigde zich door te vertellen dat er “de laatste tijd veel bijgebouwd is’”

De kokkin had chocolade cake gebakken voor Tijs en weer werd er gezongen, ook door de Britse toeristen die ook in de pousada verbleven.

In de avond gingen we iets eten bij Bamboe, een super slow restaurant in de buurt.  Super slow heeft niets te maken met de bereidingswijze, wel met de service.  Als ook Tijs en zijn familie binnenkomen in het restaurant kunnen we niet anders dan een liedje aanvragen voor hem!  Hij was heel…  gegeneerd.   De muziek kwam na afloop ook op onze rekening te staan.

 

Zaterdag 22 : Na een eerste ongemakkelijke nacht vanwege de staaldraad die verweven zat in de matrass, genoten we van het ontbijt.  De witoorpenseelaapjes hadden we net gemist maar er was ook een kolibrie die heen en weer vloog en die onze bioloog in extase bracht. 

Er is op het eiland een strand dat iedereen moet gezien hebben omdat dat het allermooiste is : Lopes Mendes.  Er zijn verschillende opties om er te geraken.  De eerste optie is om de kortste route over land te nemen, over de berg, klauteren over rotsen en boomwortels.  Dat was de optie voor de sportievelingen.  Gelukkig was er nog een tweede optie voor de normale mensen : een bootje nemen tot Poussa Beach, en van daar nog een stukje wandelen tot aan het Mendes Lopes strand.  Saskia kende een mooie wandeling langs mangroves en allerlei inheemse planten zoals bamboe, eucalyptus en jackfruit trees.  We zagen ook aapjes die ons uitlachten omdat we geen mooie foto’s van hen konden maken.

Het regenwoud kwam tot aan het strand en het zand was heel fijn en wit en kraakte alsof je in verse sneeuw stapt.  Het water was kristalhelder en zonder enige fauna of flora.  Heel fotogeniek.  Bijna iedereen deed zwemkledij aan en nam een duik en ging daarna zonnen.  Niet al te grote zonneklopper zijnde ging ik wat foto’s maken maar dat ging snel vervelen want hoeveel foto’s kun je maken van de zee en het strand?  En de meeste mensen worden niet zo graag gefotografeerd in zwemkledij.  Dus toen Saskia opriep om ons klaar te maken voor de boot waren we wel opgelucht.   Helaas liep de wandeling niet van een leien dakje en we misten de eerste boot zodat we bijna een uur moesten wachten op de tweede boot.  Uitgehongerd en dorstig stapten we op.  De kapitein schepte er een barbaars genoegen in de boot met een klap te laten neerkomen op de golven zodat een hele klets water over de passagiers viel.  Met in het achterhoofd nog wat er is gebeurd met ons vorige fototoestel, vonden wij dat niet zo tof.  De boot schudde vervaarlijk.  Kinderen weenden en volwassenen grepen zich in paniek vast aan de reling of kregen een paniekaanval.  Die avond moesten we wat bekomen – en overdosis boot?  We waren het er over eens dat we de volgende dag geen boot meer zouden nemen.  ‘s Avonds aten we in een van de betere restaurants van het stadje een lekkere visschotel. 

 

Zondag 23 : We hadden ons niet aangemeld voor de bootexcursie naar the Blue Lagoon en aansluitend lunch op het strand maar toen onze dochter zag dat bijna iedereen mee ging met de boot begon ze toch te twijfelen.  Het groepsgevoel haalde het van haar afkeer voor boten en ze liet zich door de anderen overhalen mee te gaan.

Papa en mama gingen op zoek naar het culturele erfgoed op het eiland met als eerste een aquaduct.  Het is heel vreemd : je maakt een wandeling in de jungle en plots staat daar een reuzehoog aquaduct...!   Voorbij het aquaduct staat een bordje naar een waterval : Feiticeira waterval - 2 km.  Dat was wel te doen dachten we maar na 40min steil omhoog en nog geen water te horen laat staan een waterval, zijn we teruggekeerd.  Onderweg zagen we nog een slang - of was het een autoband?  Nee, toch een slang want toen we nog eens keken was ze verdwenen.  Het volgende erfstuk was de ruïne van de oude gevangenis die al afgebrokkeld, overwoekerd en volgespoten met graffiti was.  

Tijd voor een koffie!  Op het strand!  Onder een brede boom waar kolibries heen en weer vlogen.  What more do you need?

Iets om te eten?

Wat verder was een restaurantje.  De serveerster glimlachte supervriendelijk maar later interpreteerden we de glimlach als : tja, ik weet ook niet wat ze in de keuken doen, het spijt me.  We hadden niet zo’n grote honger dus we bestelden twee tapas schotels om te delen.  De ene was gebakken scampi’s met heerlijke kruiden en look.  Alleen waren er veel meer koppen dan staarten en de koppen waren ook extreem groot in vergelijking met de staarten.  De tweede schotel was nacho’s met guacamole.  In werkelijkheid waren het kleine boterhammetjes gerangschikt rond een berg fijn gesneden en harde tomaten en avocado’s.  Een soort IKEA-schotel : we moesten het nog zelf klaarmaken.  We zaten fijn in de schaduw en besloten het lot te tarten.  We bestelden ook nog dessert, namelijk banana flambé.  Helaas was de banaan nog niet rijp zodat de hele ervaring van het geflambeerde ook een beetje de mist in ging. 

We besloten de andere kant van Vila do Abraão te bezichtigen en ontdekten een struikstort en een open riool...  en concludeerden dat ook het aards paradijs een schaduwzijde heeft.   We hielden halt bij een kleiner strandje waar kayaks en subs werden verhuurd.  We besloten dat het tijd was voor cocktails en genoten van al die sportieve kayakkende en subbende mensen die na een half uur met een scheidsrechtersfluitje terug uit het water werden gejaagd.

Weldra ging de zon onder en we gingen terug naar de pousada om te zien of de dochter al terug was.  Ze liet niet lang op zich wachten.  Die avond gingen we naar hetzelfde restaurant als de dag ervoor, en we aten voor het eerst lekkere pequeña. 

 

Maandag 24 juli : We moesten al vroeg uit de veren want we moesten de boot van 10u halen en daarna de bus van 11u naar Rio.  De lunch stop was niet de allerbeste.  De bedoeling was dat je aan een soort loket in een glazen huisje je bestelling ging doorgeven, en betalen.  Toen de juffrouw achter het loket doorhad dat we allemaal uit dezelfde bus kwamen, weigerde ze bestellingen voor warme gerechten aan te nemen.  Het alternatief was half gebakken koffiekoeken en er was ook een klein supermarktje.  We beslisten een doos koekjes te delen als lunch en aten ze op aan de pic-nic-tafels.  Als je het naastliggende sluikstort negeerde was het uitzicht wel mooi.

We kwamen rond 15u aan in het hotel.  Zoals we inmiddels gewoon waren in Braziliaanse hotels was het een chaos bij aankomst.  Alle kamers behalve de onze waren klaar.   Of nee, plots was onze kamer wel klaar.  De kamer was wel 10 verdiepingen lager dan die van de anderen, en ze keek uit op een binnenplaats but who cares?  We zijn toch alleen maar in onze kamer om te slapen en naar Professor T. te kijken?  We slaagden erin om om 16 uur te vertrekken naar de suikerberg.  We werden allemaal in verschillende taxi’s geduwd en die van ons kwam als eerste aan.  Het idee was om vanop de top van de berg de stad te zien bij daglicht en wat later na zonsondergang bij nacht.  Dat plan leek in duigen te vallen want nog meer mensen hadden hetzelfde plan als wij.  Er stond een rij van ongeveer 300 meter tot aan de ticket balie, en er zat geen beweging in.  Na vijf minuten dook er plots hulp kwam uit onverwachte hoek.  Of niet?  Een zogenaamde gids beloofde ons voor amper 8 euro per persoon extra voorbij de rij te brengen.  Saskia vond het een goed idee en het plan lukte!   We waren wel beschaamd toen we door de rij mensen die al uren stonden te wachten en bijna aan de beurt waren werden uitgejouwd toen we voor mochten kruipen.  Maar we wilden het hen wel vergeven, want het was niet hun schuld dat ze een slechte opvoeding hebben gekregen.

Het geheel deed een beetje denken aan Disneyland.  Als je eenmaal binnen was stonden fotografen klaar om een foto te maken van jezelf voor een achtergrond van de suikerberg.  Daarna was het nog meer aanschuiven tot aan de kabelbaangondel.

De eerste etappe ging tot aan het tussenstation en daar werd je via souvenirwinkeltjes, snoep- en drankkramen geleid tot aan de wachtrij voor de tweede etappe.  We wilden zo snel mogelijk naar de top en we gingen in de 200m lange rij staan. 

Enkele gezinnen met kleinere kinderen zagen de tweede lange wachtrij niet zitten en verkozen op het tussenstation te blijven en daar de zonsondergang af te wachten.  Ze lieten via whatsapp weten dat ze daarna de taxi terug zouden nemen, en Saskia gaf een adres op waar ze konden eten vlakbij het hotel.

Het wachten was eindeloos en deze keer liep er geen “gids” rond die we konden omkopen om de rij over te slaan.  De zon was al bijna onder toen we boven aankwamen.

We namen ruim de tijd om foto’s te maken en een stuk pizza te eten vooraleer we weer in de wachtrij gingen staan om de omgekeerde route te volgen.  Terug beneden namen we de taxi.  De taxichauffeurs in Rio zijn vriendelijk en van goede wil maar zijn niet al te snugger.  Als ze geconfronteerd werden met een adres of een buurt die ze niet goed kenden, herinnerden ze zich plots dat hun taxi al gereserveerd was door iemand anders.  Na het raadplegen van zes taxi’s vonden we er drie bereid ons allen naar het hotel te brengen.  Saskia nam ons mee naar een restaurant dichtbij het hotel.   Als bij toeval waren de gezinnen met jonge kinderen daar ook terechtgekomen, wat onze reisleidster een flinke korting opleverde.

Het was een kilo restaurant : waar je bord gewogen wordt en je betaalt naargelang het gewicht van je bord.  Echter dit restaurant had nog iets toegevoegd om het verwarrender te maken : naast de weegschaal stond een vriendelijke jongeman die in perfect Braziliaans uitlegde dat je nu twee opties hebt : je betaalt wat er in je bord ligt, of je betaalt een vast (hoger) bedrag en dan mag je onbeperkt terugkeren voor een refill.   Dat laatste begrepen we pas achteraf want onze kennis van het Braziliaans was nog steeds onbestaande.  Het eten was…   eetbaar dus niemand dacht erover om een refill te gaan halen behalve onze dochter die nu eenmaal een bodemloze put is. 

 

Dinsdag 25 juli : De eerste volledige dag in Rio de Janeiro en er was een stadstour voorzien in de vroege ochtend.  De eerste halte was bij Corcovado, de berg met het Christusbeeld.  Na ongeveer een uur met de bus (afstand : 8 km) werden we gedropt op een pleintje dat bevolkt was met souvenirverkopers.  Er was een rij voor de tickets en met onze tickets in de hand was het wachten in een stationnetje.  Vooraleer je het treintje op mocht werd eerst een foto gemaakt voor een grote foto met het christusbeeld.   De bedoeling werd later duidelijk.  De trein bracht je tot bijna bovenop de 710 meter hoge berg.   

Ook hier hadden we een pretpark-gevoel.  Er waren zoveel mensen boven dat je schouder aan schouder de trappen naar boven moest opklimmen.  Links en rechts waren souvenirwinkels.  Een van de winkels had een bordje water klaargezet en daar kwamen neusbeertjes op af.  Eenmaal boven moest je je alweer door de mensenmassa wurmen en proberen een goeie foto te maken.  Liefst van jezelf of je geliefden, met de armen wijd open, en met geen toeristen die in de weg liepen.   I can tell you: it’s impossible!  Toen we in de rij stonden om het treintje naar beneden te nemen werden we geplaagd door verkopers die ons herkenden van op de foto die beneden genomen was.  Ze probeerden ons op slinkse manier af te persen en we konden hen alleen van ons afschudden door de desbetreffende foto’s te kopen!  De prijzen verschilden afhankelijk van de klant ; wij hebben een hoge prijs moeten betalen.

De tweede bussstop was bij Santa Teresa, de kunstenaarswijk.  We zagen het oude witte aquaduct dat nu dienst doet als trambedding – very unique!  In die wijk, in een smal steil straatje, heeft de Chileense kunstenaar Jorge Selaron jarenlang gewoond terwijl hij zijn straatje/trap versierde met tegeltjes in een eerbetoon aan het Braziliaanse volk.  Hij was altijd blij als toeristen een tegel meebrachten uit hun land en er zijn tegeltjes verwerkt uit 150 landen.  Hij overleed in 2013.

De laatste busstop was in het oude centrum met theaters en bioscopen.  Er was een bibliotheek waarvan het interieur geïnspireerd is door l’Opera Garnier.  Je kon de inkomhal bezoeken als je doorheen de security raakte, een sticker op je T-shirt plakte en nog eens langs de balie passeerde voor een gratis ticket.  Dit was om de inkomhal te zien, niet de boeken.  Wat zou je moeten doen om een boek te mogen ontlenen?  Na nog een stop bij de kathedraal waren we om de een of andere reden gehaast om terug bij het hotel te zijn, alhoewel het nog geen 15 uur was.  Toen ontdekten we waarom : Saskia had onder een hoedje gespeeld met het reisbureau en had een grote taart laten komen want…  er was weer een jarige!  De vrouw in kwestie had gezien wat Tijs had moeten ondergaan en wilde eenzelfde lot niet en had geprobeerd de heuglijke gebeurtenis geheim te houden.  Helaas!   De taart werd geleverd en de receptionist van het hotel stuurde ons naar het restaurant waar we een complete puinhoop aantroffen.  Een muur van het restaurant werd vandaag geschilderd, en tafels en stoelen stonden op en boven elkaar in de grote ruimte.  Een vrouw begroette ons met haar handen bijna letterlijk in haar haar “No no no!”.   Ze ging klagen bij de receptie en kwam wat gekalmeerd terug.  De jarige kreeg haar zin : er werd niet gezongen en iedereen at braaf zijn stukje taart op.  De rest van de dag hadden we vrij en we trokken naar het strand dat het dichtst bij het hotel lag : Copacabana.

 

Woensdag 26 juli : We hadden een fietstocht geboekt maar die viel bijna in het water omdat we na het ontbijt onze kamer niet meer in konden.  De deur was onverbiddelijk: rood licht.  We kregen nieuwe keycards aan de receptie maar ook die werkten niet.  De receptionist beloofde iemand te sturen en begon alvast werkformulieren in te vullen die we 7x moesten ondertekenen.  Na 20 minuten wachten was er nog altijd niemand komen opdagen en waren de anderen van de groep al lang te voet vertrokken.  Met slechte wandelschoenen en zonder fototoestel namen we dan maar de taxi naar de afgesproken plaats.  We werden opgewacht door Jan Willem, en zijn gids Marco.  Na 10 minuten wachten kwamen ook de anderen aan en er konden fietsen verdeeld worden.  Het kleinste meisje had nogal moeite met de mountainbike en na een half uur proberen werd beslist het kindje maar achteraan op de fiets van haar moeder te laten zitten.  De fietstocht leidde ons langs enkele stranden en langs de zoutwaterlagune.  Rio is geen fietsvriendelijke stad.  OK, er zijn wel fietspaden maar daar mogen ook hardlopers op lopen, en brommertjes, en frisdrankverkopers, ijsjesverkopers, ...   kortom iedereen die niet kon of mocht flaneren op de dijk.  Want de dijk, dat was alleen voor de carioca’s die wilden en mochten gezien worden en het fietspad ernaast is eigenlijk het riool van de dijk.  Het was een bijzondere ervaring.

In de namiddag hadden we een bezoek aan de favela Santa Marta gepland.  We spraken alweer af aan de fietsverhuur van Jan Willem en werden in taxi’s geduwd die ons naar een pleintje brachten.  Daar werden we opgewacht door een breed glimlachende gids die zich ook voorstelde als “Marco”.  Hij leidde ons vol trots rond in de wijk waar hij is opgegroeid.  We klommen langzaam naar boven en de eerste stopplaats was een klein kamertje met een groot flatscreen.  Aan de muren hingen allerlei kunstwerkjes die te koop waren.  Een vrouw van middelbare leeftijd stond al klaar om de videorecorder te bedienen en was zo zenuwachtig dat het bijna niet lukte.  Eindelijk vond ze de “play”-knop en de video begon af te spelen : het was de videoclip van They don’t care about us van Michael Jackson, die deels in die favela is opgenomen.  De vrouw wees plots op een jong meisje dat in de clip aan het juichen is voor Michael.  “That’s me!  That’s me!”.    Na de videoclip realiseerden we ons dat bijna alle kunstwerkjes aan de muren Michael Jackson voorstelden, in verschillende stadia van verval.  “You can buy everything here!” klonk het na de videoclip, maar iedereen haastte zich naar buiten, terug de frisse lucht in.

De volgende stop was op een pleintje met een standbeeld van Michael Jackson, en met een immens uitzicht over Rio.  Kinderen zijn aan het spelen met vliegertjes.   “Deze vliegertjes werden vroeger gebruikt om te waarschuwen dat er politie aanwezig is,” vertelde Marco.   Maar sedert een paar jaar nemen drugsbendes weer de macht over in deze favela.   “Nu waarschuwen ze dat er toeristen zijn,” grapt hij.  Of is hij ernstig?  Om de hoek zit een souvenirwinkeltje waarvan de opbrengsten naar de favela gaan.   We klimmen verder naar boven want de voetbalminnende jongens in onze groep hebben gehoord dat er op de top van de berg een voetbalveld ligt.  Een voetbalveld met kunstgras dan nog, en helemaal omheind en overspannen met gaas zodat buitenspel niet  mogelijk is.   Er zijn al enkele jongens aan het voetballen op blote voeten en de jongens uit onze groep sluiten zich aan.  Er wordt een wedstrijdje gespeeld die in een draw eindigde.  Op de weg naar beneden zien we jongens met machinegeweren.  Ze lijken totaal niet geïnteresseerd in ons.  “Camera’s neer!”, waarschuwt Marco. 

Voor de laatste avond had Sandra gereserveerd in haar favoriete restaurant “Hera”, vlak bij het strand.  Na het eten sloten we de reis af met wat cocktails op het strand.

 

Donderdag 26 juli : We voelen ons niet zo best en beslissen ons lot in de handen te leggen van de papa.  We lopen door de alsmaar duurder wordende winkelstraat van Ipanema en Leblon tot we plotseling bij de Lego- winkel aankomen.  Natuurlijk, anders was de reis was niet geslaagd!  De prijzen zijn astronomisch dus we houden het bij een kleine investering.

Leblon is de duurste wijk van Rio de Janeiro.  Hier zijn klinieken voor plastische chirurgie booming business.  Waar het ambulante handel betreft, zijn wandelende goudopkopers populair, naast jonge kinderen die kauwgum en snoep verkopen om iets te verdienen.

Onze reis loopt echt ten einde.  Een gezin heeft in de ochtend al afscheid genomen en is nu in Brasilia, de nieuwe kunstmatige hoofdstad.  Twee andere gezinnen gaan hun reis verderzetten in het Amazonewoud.  De ongelukkigen die naar huis moeten worden door Saskia naar de luchthaven gebracht waar we een nachtvlucht naar München hebben.

De vlucht heeft veel te krappe stoelen en papa is al meteen zijn kussen en dekentje kwijt.  Hij vraagt er eentje aan de stewardess : “Can I have a towel please?”   

 

Vrijdag 27 juli : Na een niet al te beste nacht wegens veel turbulentie en krappe zetels, en na het uitzien van Top Gun en Close landen we in München.

Ben krijgt ruzie als hij bij de security zijn 2 volle flesjes water die hij op het vliegtuig heeft gekregen niet mag meenemen.  Hij drinkt ze dan maar allebei ter plaatste helemaal leeg.

Onze dochter krijgt een elektrische shock als ze op de rolband stapt.  Ze heeft dan ook geen badslippers aan!

Boarding is bij Lufthansa naar een hoger niveau getild.  Op elke boarding pass staat een groepsnummer vermeld.  Eerst mogen groep 1 en 2 boarden, dat zijn business class reizigers en gezinnen met kleine kinderen.

Passagiers die aan het raam zitten krijgen groep 5 toebedeeld, in het midden groep 4 en aan het gangpad groep 3.  In de gevallen dat een gezin op deze plaatsen zit, hebben de ouders meestal nummer 3 en 5, en de kinderen nummer 4.

Probeer bij Lufthansa niet als ouder uit groep 3 met je kind uit groep 4 op te stappen!  Je krijgt een rood licht, er weerklinkt een toetersignaal en het personeel spreekt je streng toe.  De vier kinderen uit onze groep moeten dus zonder papa en mama het vliegtuig opstappen.

 

Epiloog : Achteraf bleek dat de bioloog geen bioloog was maar professor middeleeuwse literatuur die een (middeleeuws?) boek bij had over Braziliaanse vogels.