het vertrek naar Oezbekistan*

Kwart over zes en we staan voor de grenscontrole !

Het is veel te vroeg voor ons gestel, maar gelukkig hebben we de rest van de dag niet veel te doen.

 

Half zeven.  Julia fleurt de slaperige reizigers een beetje op met de vlooienmars.

 


Kwart over zeven en we zijn al bij de gate. 
Ben heeft ons vliegtuig al gespot !


Tien voor acht. 
De security instructions zijn een beetje...   vreemd.

Acht uur.  Alle kinderen hebben goodies gekregen !  


Tien voor twaalf.  We zijn geland in de nieuwe luchthaven van Istanbul, die pas de dag ervoor in gebruik werd genomen voor internationale vluchten. 

Dit was onze oorspronkelijke vlucht :

Maar deze oorspronkelijke vlucht is geannulleerd en we zijn omgeboekt naar een vlucht die pas na middernacht vertrekt.  We hebben twaalf uur vrije tijd !


Kwart voor 1, lunchtijd !

5 voor twee, ontspanning !

20 voor 5, we gaan een wandeling maken.


20 voor zes : diner - 25 over zes : patience - half negen : de tijd kruipt voorbij


Tien over tien, het is bijna zover !


25 over 11 : we zitten op het vliegtuig !


half 1 : na een uur taxien staan we weer aan de gate wegens te hoog water op de startbaan.  We gaan het nog eens proberen.
tien voor drie : de lustige slapers - boven Azerbeidjan


20 over drie : Baku

5 over vijf : we zijn er bijna... en het is bewolkt :-(

 De grenscontrole gaat vlot vooruit. Terwijl we staan aan te schuiven scant iemand ons met een warmtescanner. We worden gelukkig niet uit de rij gehaald !


Kwart voor zes : we verlaten de luchthaven samen met onze gids die volgens het reisbureau Daler heette maar in realiteit Donyor.

terug naar het overzicht - volgende : aankomst en eerste verkennende wandeling in Tashkent

 

over Oezbekistan

 
Centraal gelegen aan de zijderoute ligt Oezbekistan. Hier bevinden zich de belangrijkste commerciële centra en de bekendste steden van de gouden route: Bukhara, Samarkand en Chiva. Na de onafhankelijkheid in 1991 is het relatief eenvoudig om deze steden te bezoeken. Oezbekistan heeft een oppervlakte van 449 600 km2. Er leven ruim 24 miljoen mensen waarvan de meerderheid Oezbeeks is. De Russische minderheid is aan het afnemen. Veel Russen voelen zich niet langer welkom in Oezbekistan. 4,7 procent Tadjieken leven vooral in Samarkand en Boehara. 4,1 procent is Kazaks. De rest van de bevolking bestaat uit Tataren, Karakalpakken, Koreanen, Kirgiezen, Turkmenen, Oekrainers, Wolgaduitsers en Turken. Er wordt Oezbeeks, Russisch en Tadjieks gesproken. Oezbekistan heeft een continentaal klimaat met temperaturen die in de zomer kunnen oplopen tot 45-50 graden en kunnen dalen tot -30 in de winter. Een groot deel van het land bestaat uit de karakoem- en Kyzylkoemwoestijn (resp de Zwarte en de Rode woestijn). Langs de oost- en zuidoost-grens liggen de Alai en Alatau-bergketens, uitlopers van het Tian- en het Pamir-gebergte. Het hoogste punt van Oezbekistan ligt op 4600m.
Ook al leefden er al eeuwen Oezbeken op het territorium, nooit was er sprake van een nationale eenheid of een Oezbeeks bewustzijn. Die kwamen er pas in de jaren 20 van de 20ste eeuw toen ze min of meer werden opgelegd door de Sovjets. De eerste Oezbeken waren Kozakken die hun aandacht naar het zuiden verlegden. In de 16de eeuw veroverden ze het kwijnende Timoeridenrijk. Ze splitsten het territorium in twee khanaten: Boechara en Chiva. Twee eeuwen later kwam daar het khanaat Kokand bij. Deze driedeling bleef tot de tweede helft van de 19de eeuw bestaan. In de periode tussen 1865 en 1873 werd het territorium ingenomen door de Russen. De tsaar maakte van Chiva en Boechara vazalstaten. Hij voerde rigoureuze hervormingen door want hij wilde het land gaan gebruiken voor de katoenteelt. De autochtone bevolking verzette zich hevig tegen deze inmenging. In 1916 barstte de bom en brak een grote opstand uit waarbij duizenden mensen het leven lieten. In deze verwarrende tijd kwam ook het socialisme op en veel boeren sloten zich aan bij de Bolsjewieken. Na de Russische revolutie van 1917 was er hevig verzet tegen de bolsjewieken van de Basmatsji-beweging, een islamitische guerrillabeweging. Deze rebellen vormden geen serieuze tegenstanders voor de sovjet strijders maar ze maakten het ze wel erg moeilijk. Tot in de jaren dertig bleven de Basmatsji een partizanenstrijd voeren tegen de sovjets. De Oezbeekse Socialistische Republiek werd in 1924 gevormd door samenvoeging van de Turkestaanse Autonome republiek samen met de khanaten Chiva en Boechara. Tot aan 1929 behoorde de republiek Tadzjikistan tot de republiek Oezbekistan en vanaf 1936 hoort karakalpakie bij Oezbekistan. Een grote uitdaging voor oezbekistan is het vormgeven van een seculiere staat. Met zijn belangrijke islamitische centra en zijn verslechterende economie is er een redelijke kans op extremisme. Ook president Islam Karimov is zich bewust van deze precaire toestand. Hij legde zijn ambtseed af met zijn hand op de koran maar hij is fel tegen groeperingen die van Oezbekistan een islamitische staat willen maken.
In het midden van de 19de eeuw kwam beetje bij beetje Centraal-Azië onder Russisch gezag. Tot aan de Oktoberrevolutie van 1917 was er een relatief grote godsdienstvrijheid in het tsarenrijk. De gezaghebbers en intellectuelen veroordeelden wel het feodale en barbaarse systeem van de islamitische khanaten. Ook al beschouwden de sovjets religie als iets wat de bevrijding van het volk in de weg stond, toch stonden ze aanvankelijk redelijk tolerant tegenover de islamitische gezaghebbers, de Oelema’s. Al in 1926 gingen de sovjets over tot actieve bestrijding van de islam. Ze sloten bijna alle 12.700 moskeeën en madrassa's in Centraal-Azië en ze zetten de Oelema’s gevangen. Pas in 1946 kwam aan deze Sovjet terreur een einde door het aanstellen van een overkoepelend orgaan voor moslims. Dit werd gevestigd in Tashkent. Hier kwam in 1971 ook een opleidingsinstituut voor Oelema’s. De enige functionerende madasa bevond zich toen in Boechara.
Na de onafhankelijkheid bleek dat de islam het communisme had overleefd. Al die jaren was er een ondergrondse stroming van islamieten, spiritueel en moreel gevoed door de Naqsjbandi en de Jassawi. Alle islamitische rituelen had men weten te behouden maar nooit in het openbaar gepraktiseerd. Nu men weer openlijk islamiet mag zijn probeert men de schade in te halen. In een een razendsnel tempo bouwt men nieuwe moskeeën, vaak gefinancierd door Iran en Turkije. Toch hebben de machthebbers het niet zo begrepen op de islam. Vooral extremistische stromingen in Tadjizikistan en Afghanistan en in mindere mate Iran boezemen angst in.