- Buchara is een stad boordevol statige monumenten en de overblijfselen van een
ooit bruisend commercieel centrum. Maar Het zijn bovenal de bewoners van Buchara die
een bezoek aan de stad tot een absoluut hoogtepunt van iedere reis naar
Oezbekistan maken. Ooit behoorde Boechara tot de top vijf van meest islamitische
steden en trok studenten van over de hele wereld. De stad was een bruisende bron
van kennis en wetenschap. Buchara is een van de oudste
steden van Centraal-Azië waarvan de geschiedenis een kleine 3000 jaar terug in
de tijd gaat. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de loop van de
millennia Buchara nauwelijks van plaats is veranderd. De stad groeide als het
ware verticaal.
- Een van de legendarische helden uit Firdausi’s
Shahnama (boek der koningen) is prins Sijawoesh. Sijawoesh’ waardige leven en de stichting van Buchara herdenkt
men nog steeds met nowruz, de viering van het Perzische nieuwjaarsfeest aan het
begin van de lente. Ter ere van hem slachten de Bucharioten een haan op het
registanplein. Voor de komst van de islam heerste er een grote godsdienst
vrijheid in de stad. Boeddhisten, mazdeïsme, nestorianen en manicheeërs woonden
vreedzaam naast elkaar. De godsdienstvrijheid verdween met de komst van de
islam. Tussen 673 en 708 probeerden arabische troepen de stad te veroveren. Toen
dit na een aantal keer lukte bekeerden ze de bevolking onder dwang tot de islam.
De machthebbers verboden de oude rituelen en gewoonten van voor de islam maar
veel mensen hielden ze ondergronds toch in stand. In de eeuwen daarvoor hadden
geleerden een grote hoeveelheid kennis bij elkaar gebracht. Er waren
bibliotheken vol manuscripten. Die intellectuele en religieuze rijkdom van
Buchara had een grote aantrekkingskracht op islamitische geleerden. Al snel
groeide Buchara uit tot een belangrijk islamitisch centrum. De Samaniden
leverden daar een belangrijke bijdrage aan. Tijdens de heerschappij van de heel
vrome islamitische emir Ismael Saman verwierf Buchara de bijnaam “koepel van het
geloof”. De stad bleef ook in de eeuwen daarna een grote aantrekkingskracht
hebben op dichters en geleerden zoals Omar Chajjam, Firdausi, Avicenna en al
Farabi. Avicenna studeerde enkele jaren in Buchara en kreeg al op jonge leeftijd
toegang tot de koninklijke bibliotheek. Hij schreef daarover: “Ik vond tal van
kamers gevuld met boeken geordend in kasten, rij na rij. Een kamer was
toegewezen aan Arabische werken in filologie en poëzie, een andere aan
jurisprudentie enzovoort. De boeken van iedere afzonderlijke wetenschap hadden
een kamer voor zichzelf. Ik inspecteerde de catalogus van oude Griekse auteurs
en ik zag boeken waarover maar weinig mensen gehoord hadden en die ikzelf noch
eerder noch later ooit gezien had.”
- Door de vele madrasa’s, moskeeën en bibliotheken, de talrijke wetgeleerden en
koran uitleggers kreeg de stad in de 12de eeuw de bijnaam Sharif (hoeder van de
islam). Aan de glorie kwam abrupt een einde met de Mongoolse invasie
(1218-1226). De stad overkwam een veel wreder lot dan Samarkand omdat de
bevolking zich hevig verzette. 30 000 mensen werden vermoord. Een lokale
geschiedkundige wist aan de slachtpartij te ontsnappen en omschreef wat er was
gebeurd als volgt: “ze kwamen, ze roeiden uit, ze brandden, ze slachten, ze
plunderden, ze vertrokken.” Ruim een eeuw later kwam de wereldreiziger Ibn
Battoeta aan in Buchara maar hij zag er alle moskeeën, academies en bazaars op
slechts enkele na in puin. Tijdens het bewind van de Timoeriden rees Buchara als
een feniks op uit zijn as. De kleinzoon van prins Timur, Ulug Beg, was lange
tijd gouverneur van Buchara voordat men hem vermoordde. Hij begon met de
heropbouw van de eerste madrasa. De groei van de stad ging gestaag door tijdens
het bewind van de Sjaibaniden (1556-1599). De laatste en grootste der
Sjaibaniden, Abdulla Khan, veranderde met drie grote projecten het aanzien van
de stad: Hij liet de stadsmuren verleggen waardoor de oppervlakte van de
binnenstad met 20 procent toenam. Men legde in het hart van de stad een ringweg
aan met uitvalswegen naar de stadspoorten. Over de kruispunten bouwde men
tsjorsoes, grote koepels met winkels en werkplaatsen. Langs de ringweg
verschenen ook tims, markt-arcades en karavanserais. De internationale handel in
onder meer tapijten, pelzen en slaven kreeg zo alle mogelijkheid zich te
ontwikkelen. Abdulla Khan een brede met wilgen omzoomde allee aanleggen tussen
de ark en Chor Bakr, 5km ten westen van de stad.
- Vanaf het begin van de 17de eeuw kregen de Janiden het er voor het zeggen en dat
zou zo blijven tot 1785. Ze teerden op de erfenis van hun voorgangers maar
wisten de positie van de stad van kennis en religie terug te geven.
- Als laatste regeerde de Mankit-dynastie over Buchara. Ze verkwanselde de rijke
erfenis uit het verleden. Om zich te onderscheiden van hun voorgangers noemden
ze zich emir (Arabisch en Perzisch voor vorst). Ze stichtten het emiraat Buchara
dat zich uitstrekte van Samarkand tot aan Chorasmie en Afghanistan. Ze waren
bijna stuk voor stuk wrede heersers maar Nasrulla spande de kroon. Hij regeerde
1826-1860 en kwam terecht in het machtsspel tussen Rusland en Engeland. In 1866
veroverden de Russen Buchara en maakten het een protectoraat dat tot de
Russische revolutie in 1920 blijft bestaan. Generaal Michael Froenze verdreef de
laatste emir die naar zijn neef in Afghanistan vluchtte. De Sovjets maakten van
Buchara een industriestad en het centrum kwijnde langzaam weg. Bijna alle
moskeeën en madrassa's sloten hun poorten.
- Na de onafhankelijkheid van Oezbekistan in 1991 begon men direct met de
restauratie van de sterk vervallen monumenten. In 1997 vierde de stad haar
2500-jarig bestaan en alle belangrijke monumenten moesten er piekfijn uitzien.
De snelheid van renoveren ging niet altijd gepaard met oog voor detail of kennis
van duurzaamheid.
- De rivier die de oase waar Buchara zijn bestaan aan te danken heeft, van water
voorzag, heette voorheen Rud-i-Zar (Gouddrager). Later is deze rivier de
Zarafsjon gaan heten. Het is dezelfde die ook voor de vruchtbaarheid van de oase
van Samarkand zorgt. Een netwerk van kanalen, ariks, en zo’n 200 waterbekkens
(chauz) zorgden vroeger voor de watervoorziening van de stad. Toen men besloot
over te gaan op een hygiënischer en eigentijdser systeem van watervoorziening
raakte dit oude netwerk in verval met als gevolg dat de kanalen dichtslibten en
de waterbekkens nog sterker vervuilden maar insecten en dieren zoals ratten
tierden welig.
- In de stad eindigt de aftakking van de Trans-Kaspische spoorlijn maar een
station is er niet. Dat wilde de laatste emir niet. Het station ligt in Kagan
ten zuidoosten van Buchara. Het symbool van de stad is de gevleugelde kameel.
Een modern beeld van dit symbool staat naast de nationale bank. De meeste
bezienswaardigheden bevinden zich in een strook die begint bij de Ark-i-Oli (de
citadel) en eindigt bij het Chor Minor poortgebouw. Tussen de monumenten liggen
oude woonwijken.
- Buchara (230.000 inwoners), gelegen aan de rand van de Kyzylkumwoestijn, is
misschien wel de stad die reizigers het meest zal aanspreken. De vele moskeeën
en madrassa's evenaren misschien niet de pracht en praal van die op het
Registanplein in Samarkand, maar de oude stad ademt een bijzondere sfeer. De
nauwe straatjes, lemen huizen en blauwe koepels zorgen ervoor dat men zich hier
eeuwen terug kan wanen. Niet voor niks werd van 'Buchara al Sharif' ('de
Nobele') gezegd dat het licht hier van beneden naar boven straalt, in plaats van
andersom. Met haar vele moskeeën en madrassa's was dit de heiligste stad van
Centraal-Azië.
- In die smalle straatjes en steegjes van de oude stad kunt u uren rondzwerven.
Overal valt wel iets nieuws te ontdekken; naast de bekende bouwwerken zijn er
nog tientallen naamloze overblijfselen van moskeeën, madrassa's en
karavanserai's. Buchara is echter niet alleen een stad van bouwwerken, overal
tussen de eeuwenoude monumenten wonen en werken mensen. Dit maakt het des te
interessanter om uzelf te laten verdwalen in dit eeuwenoude labyrint.
|