Bibi Khanum moskee

Aan de oostrand van de binnenstad ligt de ruine van een moskee die ooit de naam van Bibi Khanym heeft gekregen. Toen prins Timur in 1399 terugkwam met de buit van zijn grote militaire compagne naar India gaf hij opdracht deze te bouwen. De moskee moest in grandeur ieder religieus gebouw uit die tijd overtreffen. Ze moest zelfs nog groter en nog rijker gedecoreerd worden dan de grote moskee van Delhi. Op 11 mei van dat jaar legde men de eerste steen. In vijf jaar tijd verrees een gebouw dat zijn gelijke niet kende in de wereld. De koepel van de belangrijkste moskee is 41 meter hoog en het pishtak 38 meter. Aan de bouw werkten kunstenaars en ambachtslieden van over heel Timurs rijk dat zich uitstrekte van Iran en de kaspische zee tot Delhi. Meer dan honderd steenhouwers hakten uit steengroeven nabij Pendzjikent de rotsblokken voor de fundamenten. Op speciaal ontworpen karren, getrokken door olifanten, kwamen de steenblokken op de bouwplaats. Langs de oevers van de Zarafsjon vonden de bouwmeesters de juiste klei voor de bakstenen. Eenmaal gebakken kregen ze een zachtgele kleur, ideaal voor de muren en koepels.
De moskee heeft een rechthoekige plattegrond van 167x109m met op iedere hoek een minaret. De gelovigen betraden de moskee via een toegangspoort aan de oostzijde. Over de toegangspoort was een kolossaal portaalgebouw, pisjtak, geplaatst. Twee robuuste minaretten flankeerden de pisjtak. Ze gaven het geheel het aanzien van een bastion. De bouw duwde hedendaagse bouwtechnieken tot het uiterste, zodat de koepel begon af te bokkelen nog voordat de constructie was voltooid. Ook al vertoonde de moskee al in de eerste jaren van haar bestaan tekenen van verval, de grootste schade ontstond door de aardbeving van 1887. Toen stortten grote delen van de pisjtak in. Marmeren brokstukken die naar beneden kwamen liggen nog steeds verspreid over de binnenplaats.
Via de toegangspoort kwamen bezoekers uit op de binnenplaats. Recentelijk is men begonnen de pisjtak in zijn oude glorie te herstellen, weliswaar met nieuwe technieken. Via een van de twee zij-ingangen kun je nu een moskee betreden en kom je op de binnenplaats.
De binnenplaats (64x76m) was ooit volledig bekleed met marmer. Nu staan er enkele bomen in wat sobere plantsoenen. In het midden bevindt zich een gigantische lessenaar ofwel koranhouder. Deze was door Ulug Beg geplaatst in het hoofdgebouw maar in 1875 zetten men de lessenaar buiten op de binnenplaats neer. De moskee stond toen al op instorten. In de lessenaar hoorde een koran te liggen van zulke grote afmetingen en met zulke grote letters geschreven dat hij te lezen was vanaf de vier minaretten. Men gelooft dan elke vrouw die onder de lessenaar kruipt veel kinderen zal krijgen. De binnenplaats van het gebouw was omgeven door een open galerij met 400, volgens sommigen zelfs 480 koepels. Van de buitenkant zagen ze er identiek uit maar vanbinnen waren ze elk verschillend. De zuilen die de koepels droegen waren van marmer en kunstig bewerkt. De binnenplaats bevat ook twee kleinere moskeeën. De een aan de linkerkant als je binnenkomt door de enorme hoofdpoort heeft een indrukwekkend ongerestaureerd interieur versierd met Arabische kalligrafie.
Recht tegenover het poortgebouw ligt de gebedszaal die bijna helemaal gerestaureerd is. Net als bij de toegang tot de moskee heeft de ingang van de zaal een hoog portaal, geflankeerd door twee minaretten. De minaretten zijn achthoekig en leunen naar boven iets taps toe ; ze lijken zo nog hoger dan ze in werkelijkheid zijn. Recht tegenover de ingang van de gebedshal ligt de gebedsnis, mihrab. Boven op de gebedshal staat een gigantische koepel met een doorsnede van 30m en een hoogte van maar liefst 44m.
Er zijn twee theorieen waarom de moskee zo snel in verval raakte. Volgens de aanhangers van de ene theorie was er geen evenwicht tussen artistieke ideeen en de architectonische beperkingen van die tijd. De aanhangers van de andere theorie wijzen dit van de hand omdat er uit die tijd grotere boogconstructies stammen, zoals het Ak Serai-mausoleum in Sjachrisabz. Volgens hen is het de slechte ondergrond en de niet goed uitgevoerde funderingen waardoor het gebouw al snel tekenen van verval toonde. De moskee was te snel gebouwd, binnen vijf jaar, in een gebied waar regelmatig aardbevingen voorkomen.
Er worden verwoede pogingen gedaan de moskee in haar oude luister te herstellen. Ze werd opnieuw opgebouwd in de jaren 70, en in de jaren na de onafhankelijkheid.
Gelukkig zijn de autoriteiten tot het inzicht gekomen dat de architectonische, kunstzinnige en cultuurhistorische waarde van de Bibi Khanym-moskee boven alle twijfel is verheven. Dat inzicht is echter pa de laatste jaren gekomen. De Oezbeekse bestuurders uit het begin van de sovjetperiode hadden meer oog voor andere zaken. Ze lieten de winkels die zich in de directe nabijheid van de moskee bevonden verwijderen en plaatsten een groot hek om het complex. De instortende moskee zou een gevaar voor de bevolking zijn. Tot in de jaren tachtig werd er weinig anders gedaan dan verder verval voorkomen.  Nu ligt dat anders. Na de onafhankelijkheid is een bijna absurde verheerlijking van Timur is men zeer voortvarend tewerkgegaan. Alles wat maar enigszins te restaureren viel heeft men aangepakt. Zo is er een nieuwe boogconstructie van beton geplaatst in de pisjtak. Er gaan zelfs stemmen op om de moskee volgens de oude ideeën te herbouwen, inclusief de 400 koepels - of waren het er 480? Hiervoor zouden een woonwijk en een deel van de markt moeten verdwijnen. Een maquette van deze oorspronkelijke Bibi Khanym-moskee is te zien in Tashkent in een nieuw museum dat volledig gewijd is aan Timur Lenk.

 

Gur Emir - Terug naar het overzicht