De zomer van 1996 hadden we het plan opgevat om Ierland onveilig te gaan maken. Mijn vader bereidde alles tot in de puntjes voor en... we togen op pad !
Korte tussenstop in Bestsw-y-Coed in Wales alwaar we de ferry naar Dublin namen.
Vanuit Dublin reden we rechtdoor naar het meest westelijk gelegen punt van
Ierland :
Rinvyle point !
De dolmen liggen zomaar verspreid en je mag er gerust op picknicken... dit is de Pulnabourne dolmen.
Mijn vader heeft zopas in
Fahan het oudste Keltische kruis van Ierland ontdekt.
Dit monument heet in de volksmond "de zonnetempel" maar eigenlijk weet niemand
wat het is...
We steken de grens over naar Noord-Ierland en daar hangt een bijzondere hangbrug...
de carrick-a-rede rope bridge...
De touwbrug van Carrick-a-Rede
is een hangbrug die het eilandje Carrick-a-Rede (Iers: Carraig an Ráid)
verbindt met het vaste land. De locatie van deze brug is nabij Ballintoy,
graafschap Antrim, Noord-Ierland.
Al vanaf zo'n drie eeuwen geleden hebben zalmvissers bruggen aangelegd op
deze plek. De huidige brug, getest tot 10 ton, is in 2000 gebouwd met de
hulp van lokale klimmers en abseilers. Hij overspant de 20 meter en hangt 30
meter boven de rotsen. Hoewel nog nooit iemand van de brug is gevallen, is
het al herhaaldelijk voorgekomen dat bezoekers de terugweg niet durfden af
te leggen en per boot van het eiland moesten worden gehaald.
Ook nog in Noord Ierland is een heel bijzonder natuurverschijnsel : de Giant's Causeway is eigenlijk niets anders dan gestold basalt...
Een halfrond voorplein komt uit in een grafgalerij met twee kamers, voorheen in een korte ovale cairn. Hoewel het romantisch is vernoemd naar Ossian, de krijger-dichter uit de vroegchristelijke periode, is het een neolithisch graf. De dichter, John Hewitt, hield van deze plek en een steen ter nagedachtenis aan hem staat bij het graf.
Monasterboice is een voormalig klooster uit de vijfde eeuw, gesticht door St. Buithe, gelegen op acht kilometer afstand van Drogheda (Ierland). Begin twaalfde eeuw verloor het klooster zijn functie, mede door de stichting van Mellifont Abbey. Op het kerkhof staan, naast een negende-eeuwse ronde toren, drie grote Keltische kruisen uit de tiende eeuw.
Newgrange (Iers: Dún Fhearghusa) is de bekendste prehistorische vindplaats van Ierland. Het is een van de graftombes (een ganggraf) van het Brú na Bóinne-complex in het landsdeel County Meath, zo'n 50 kilometer ten noorden van de stad Dublin, en werd in 1993 geplaatst op de lijst van cultureel erfgoed van de UNESCO. Volgens de resultaten van koolstofdateringen werd het bouwwerk zo'n 3200 v.Chr. gebouwd, wat het circa 600 jaar ouder maakt dan de piramides van Gizeh in Egypte, en zo'n 900 jaar ouder dan Stonehenge in Engeland. Het monument is een ganggraf.
De heuvel waarop de graftombe gelegen
is, was volgens archeologen eeuwenlang een plaats van religieus en
strategisch belang. Niet alleen bevinden zich op de heuvel her en der
tekenen van offerlocaties, maar ook is vanaf de heuvel de wijde omtrek goed
te zien. De aanwezigheid van de grafkelder is niet altijd bekend geweest.
Eeuwenlang lag de grafkelder verborgen onder zand en stenen, totdat Charles
Campbell, een koopman uit Dublin, in 1699 het terrein verwierf om bouwstenen
voor de aanleg van wegen te winnen. Zijn arbeiders ontdekten eigenaardige
inkepingen op een steen en vonden een ingang onder de stenen. Ze beschreven
dit als een grot. Toevallig was de conservator van het Ashmolean Museum in
Oxford in de buurt. Hij tekende een eerste plattegrond. In 1773 verscheen
een eerste deskundige beschrijving in het Britse tijdschrift "Archaeologia".
In het gebied rond Newgrange bevinden zich nog een aantal andere tombes. De
grootste zijn Knowth en Dowth. Verder liggen er nog tussen de 30 en de 40
kleine grafheuveltjes in de buurt.
Mellifont Abbey (Iers: An Mhainistir
Mhór, 'grote abdij') is de eerste cisterciënzer abdij in Ierland, gelegen
aan de rivier de Mattock tussen Collon en Drogheda in County Louth. De abdij
floreerde tot de sluiting in 1539.
Dankzij Sint-Malachias, aartsbisschop van Armagh, kwamen in 1142 de
cisterciënzers uit Frankrijk om Mellifont Abbey te stichten. Het land en de
bouwmaterialen werden ter beschikking gesteld door Donnachadh Ua Cearbhaill,
de koning van Airghialla. In 1157 werd de kerk ingewijd. De eerste abt was
Christian O'Conarchy. De opkomst van deze abdij zorgde uiteindelijk voor het
verval van de nabijgelegen abdij van Monasterboice.
Vanuit Mellifont Abbey werden nieuwe abdijen gesticht in Ierland. In de
eerste tien jaar van het bestaan waren dat Bective in 1146, Boyle,
Monasternenagh en Baltinglas in 1148, Schrule in 1150 en Newry in 1153.
In 1539 werd de abdij op last van Hendrik VIII van Engeland gesloten.
Tijdens de Slag aan de Boyne in 1690 had Willem III van Oranje-Nassau in
Mellifont Abbey zijn hoofdkwartier.
Glendalough is een Ierse vallei in de
Wicklow Mountains in het Nationaal Park Wicklow Mountains, ongeveer 40
kilometer ten zuiden van Dublin en de naam van een klooster gesticht door
St. Kevin, waarvan de overblijfselen behoren tot de oudste christelijke
overblijfselen van Europa. De naam Glendalough is afgeleid uit het Iers:
Gleann Dá Locha: "Dal van de twee meren", refererende aan de meren in het
dal genaamd Lower Lough en Upper Lough.
In de zesde eeuw leefde St. Kevin in het dal van Glendalough als kluizenaar.
Door de toeloop van volgelingen ontstond al snel een kloostergemeenschap. In
de twaalfde eeuw zou deze gemeenschap al tot 3000 mensen zijn uitgebreid en
kende de vallei zeven kerken. Vanaf de tiende eeuw werd Glendalough vaak
door Vikingen overvallen. In 1398 werd het klooster vrijwel vernietigd, maar
wel weer herbouwd. Het einde van het klooster kwam in 1539 toen het klooster
door de Engelse koning Hendrik VIII werd opgeheven.
Het weer was de hele tijd maar matig geweest en na een kort bezoekje aan Dublin en Wicklow vluchten we naar... Engeland
... waar u ons terugvindt in
Stratford-upon-Avon, homeplace of William
Shakespeare !!