SRI  LANKA

28 oktober

Een uur voor wij vertrokken (5 uur) was het gelukkige koppel Subha en Dilip op huwelijksreis vertrokken naar Munnar, een plaatsje in de bergen dat bekend is voor theeplantages en waar de hele familie mooie herinneringen aan heeft.

De vlucht met Srilankan airlines (vroeger Air Lanka maar nu overgenomen door Emirates) duurde drie kwartier maar wegens het uurverschil van een half uur kwamen we dus 105 minuten later aan. We kregen een visum on arrival voor vier dagen en gingen daarna rechtdoor naar de uitgang waar onze gids/chauffeur ons met zijn nissan sunny stond op te wachten. De trip ging recht naar het noorden, we hadden (tijdsgebrek) besloten de hoofdstad (Colombo) niet te bezoeken omdat we meer geïnteresseerd waren in oude culturen en in natuur. We reden de hele namiddag en het was al na vijf uur toen we aankwamen in Polonnaruwa, een van de vele oude koninklijke steden. We hadden mooie foto's gezien en verwachtten er veel van maar we vreesden dat we wat laat waren. Zonsondergang is ginder rond 6.30. De chauffeur probeerde ons de overtuigen naar het hotel te gaan en wat te slapen (zagen we er zo moe uit ?) en toonde ons wat grote witte boeddhabeelden en een meertje.

Maar we drongen aan en uiteindelijk reden we de archeologische site op en kregen we een vrij goeie gids toegewezen !

Polonnaruwa

 

Van daaruit terug naar Dambulla, een andere koninklijke stad waar we ons hotel - Kandalama - geboekt hadden. Het hotel zou het beste hotel van Sri Lanka zijn en volgens sommigen zelfs van heel Azië, en het is inderdaad adembenemend. Het staat gebouwd in de rotsen en kijkt uit op een groot kunstmatig meer. De gangen zijn wijd en open - je loopt dus in de buitenlucht. De kamers zijn bijzonder groot en vooral de badkamer wekte onze bewondering op. Tjongejonge !   Bij het ontbijt zagen we voor het eerst hoe het toerisme in Sri Lanka er uitziet. Massatoerisme! Dat is iets wat je nu eens niet ziet in zuid-Kerala. De enige toeristen in Kerala zijn Indiërs en als het buitenlanders zijn (blanken of Japanners, Koreanen) dan zijn het mensen die op hun eendje reizen. Vooral heel veel Duitsers en Fransen zie je in Sri Lanka en de meeste gidsen spreken dan ook - verbazingwekkend voor een ex-engelse kolonie) beter Frans of Duits dan Engels.



29 oktober

We vertrokken met het krieken van de dag (zoals de gids het zei, hoewel ik 8 uur in de morgen niet meteen het krieken zou noemen) naar Sigiriya.

Van Sigiriya gingen we terug naar Dambulla waar de gouden tempel op het programma stond vandaar maakten we een langere rit naar Kandy 

De volgende bestemming lag heel ver weg naar het zuiden: Nuwara Eliya. Het is een stad die gesticht werd door de Engelsen en die omringd is met theeplantages. Op zich niet zo slecht want de thee wordt geëxporteerd en de hele industrie helpt ook veel mensen aan een job maar ze dringt ook het regenwoud terug en de wortels scheiden sappen af die de kweek van andere gewassen tegengaan. Het hotel was ook een typisch oud engels geval, met de nadruk op oud. Dinesh vond het prima maar ik vond het een beetje deprimerend.



30 oktober

De volgende dag was voorbehouden voor de Horton Plains.

We beslisten onze plannen te wijzigen. We zouden normaal doorgereden zijn naar Clair's Fall, waar enkele scènes van bridge over the river Kwai zijn opgenomen maar dat zou ons nog verder van Negombo (waar de luchthaven is) hebben gebracht en bovendien was het weer teleurstellend slecht. We keerden dus ons kar en reden meteen naar Negombo, en planden onderweg een stop in Pinnewala waar een olifantenweeshuis is.

Het hotel in Negombo was zo ongeveer het slechtste dat we in dat deel van de wereld hebben gezien. Het personeel was vrij ongeorganiseerd en in de war. Het is een wonder dat we geen voedselvergiftiging hebben opgelopen want de warme en de koude gerechten hadden dezelfde lauwe temperatuur en volgens mij hadden ze expres enkele lampen uitgedraaid zodat je je bord niet deftig kon bekijken. Bovendien was de eetzaal open (geen ruiten) en keek rechtstreeks uit op de zee, zodat de muggen naar hartelust maar binnen konden vliegen voor hun lunch.

Er was A/C in de kamer maar die ging zo luid dat je er onmogelijk bij kon slapen. :-S Hoeft het nog gezegd dat we 's anderendaags doodmoe waren toen we in de rij stonden om in te checken voor onze vlucht naar Trivandrum? We beseften maar half hoe traag de rij vooruit ging en nog half slapend legden we onze tickets en pasport op de desk en vroegen seats bij de exit. De juffrouw slaagde erin ons met een zinnetje wakker te maken: De vlucht is overboekt, ik probeer jullie seats te geven. We maakten ons een beetje dik want ons ticket was maanden geleden al geconfirmeerd en de juffrouw zei dat ze haar best zou doen. Na wat over en weer geloop en gebel kregen we eindelijk onze boarding passes.

Het bleek dat de seats slechts bij mondjesmaat werden vrijgegeven en er moest telkens toestemming voor gevraagd worden. Daarna nog een halfuur aanschuiven voor de douane - gelukkig waren we vrij goed op tijd. We waren de eersten aan de gate maar moesten natuurlijk nog een uurtje wachten. We gingen zitten vlakbij de deur - om aldus ook de eersten op het vliegtuig te zijn. Rondom ons kwamen een heleboel mannen (seizoensarbeiders, Indiërs die op theeplantages in Sri Lanka werken) zitten die de bordjes "slechts een stuk handbagage" royaal hadden genegeerd. Het vliegtuig zat overvol dus er werd wel streng toegekeken en de juffrouwtjes in sari's met pauwstaartenmotief kwamen de mannen streng vermanen. Ze mochten een stuk handbagage houden en de rest - meestal plastiekzakken met inkopen van taxfree winkels - vloog het bagageruim in.

next chapter !
 

FOTO's